sciencetalk

beste mensen,

ik heb een loodaccu gebouwd. en ik kan er niet achterkomen welk elektroden potentiaal de accu heeft.

dit is de formule

• V = de gemeten elektrodepotentiaal
• V₀ = de standaardelektrodepotentiaal
• n = het aantal elektronen in de halfreactie
• [ox] = de concentraties van de deeltjes aan de oxidatorkant van de halfreactie
• [red] = de concentraties van de deeltjes aan de reductorkant van de halfreactie

De halfreacties:

Bij de reductor:

Pb (s) + SO₄^2-(aq)<-->PbSO₄ (s) + 2e^-

Bij de oxidator:

PbO₂ (s) + SO₄^2-(aq) + 4 H⁺ (aq) + 2 e^- <-->PbSO₄ (s) + 2 H₂O (l)

ik gebruikte een zwavelzuur oplossing van 4M en het was 60 ml. en twee vaste loodplaten.

ik doe de eerste half reactie:

v0=-0,36

n=2

[OX]=1 want PbSO42- is een vaste stof??

[RED]= de v0 is alleen geldig bij een concentratie van 1,00mol/L

ik weet niet hoe ik [red] moet uitrekenen. ik heb van de stof SO₄^2- 4M 60 mL. hoe moet ik verder? kan iemand het me uitleggen??

Vaste stoffen en water hoef je inderdaad niet in de concentratiebreuk op te nemen. En V0 is een constante, die kun je gewoon invullen. De hoeveelheden doen er ook niet toe, alleen de concentraties. Vul het eens in zoals je het opschrijft? Wat komt er dan uit?

En voor de tweede halfreactie?

dank u wel ''rwwh'' het is mij waarschijnlijk gelukt kunt u het even voor mij nakijken?

V= -0,36+(0,059/2) *log (1/4) = -0,38 V

dit was de eerste halfvergelijking (zie mijn vorige post)

ik loop nu vast bij de tweede halfvergelijking.

PbO₂ (s) + SO₄^2-(aq) + 4 H⁺ (aq) + 2 e^- <--> PbSO₄ (s) + 2 H₂O (l)

alles lukt maar we hebben bij de ox hier te maken met twee verschillende concentraties, namelijk H+ en SO42- moeten we dit samenvoegen of alleen de so42- nemen?

als dit zo is, weet ik de concentratie van h+ niet. kunt u mij ook hierbij helpen?

dank u zeer, ik wacht zo spoedig mogelijk op uw antwoord.

In feite is [Ox]/[Red] een soort concentratiebreuk. Je moet dus de concentraties van alle opgeloste deeltjes met elkaar vermenigvuldigen, en alle concentraties tot de relevante macht verheffen.

Verder: Je geeft aan dat je een zwavelzuur-oplossing hebt gebruikt. Zwavelzuur is een sterk zuur, en voor deze opgave is het geoorloofd om te veronderstellen dat zwavelzuur een tweewaardig sterk zuur is. Je weet dat de molariteit van de oplossing 4M is, wat is dan dus de concentratie H⁺?

moet de uitkomsten van de twee halfreactie's bijelkaar worden geteld?

ik heb nog een andere vraag: als je 60 ml 4 M van een stof hebt en je voegt er 20 ml zuiver water bij en je vervolgens 80 ml oplossing hebt. veranderd dan de (4M) molariteit van de stof?

1) De spanning van een cel is het spanningsverschil tussen de twee polen. Kun je dan bedenken hoe je dat uitrekent?

2) De molariteit wordt uitgedrukt in "mol per liter". Verandert het aantal mol of het aantal liters?