bepalen van de asdruk van een vrachtwagen
Geplaatst: vr 22 feb 2013, 10:46
Wie o wie kan mij helpen met het bepalen van de asdruk van een vrachtwagen?
Ik ben bezig met een opdracht om de asdruk van de 3 assen van een oplegger te bepalen. De lading wordt gevormd door een gelijkmatig verdeelde q-last over een bekende, maar variabele lengte. De resultante Q = q * L die aangrijpt in het zwaartepunt van de last, wordt verdeeld over de schotel en de achterassen. Doordat de lengte en positie variabel is, kan ik met het zwaartepunt spelen en daarmee de schotel- en asdruk optimaliseren. Wanneer ik de achterassen als 1 oplegging beschouw, kunnen de waarden eenvoudig bepaald worden: 1 belasting en 2 opleggingen. (Zie fig.1)
Het lijkt mij echter aannemelijk dat de belasting niet gelijk over de 3 achterassen wordt verdeeld. Ik moet de assen dus elk afzonderlijk als oplegging beschouwen. Elders op dit forum kwam ik een oude topic tegen met hetzelfde onderwerp: http://www.wetenscha...er-as-berekenen. Daar wordt als oplossing aangedragen om moment-vergelijkingen op te stellen, en dat heb ik gedaan: Som MA = 0; Som MB = 0; Som MC = 0; Som MD = 0 en evt. ook nog Som Fv = 0. Dat levert 5 vergelijkingen op met 4 onbekenden.
Ik ben bezig geweest met ‘vegen’ van dit stelsel van vergelijkingen, maar daar kwam ik niet uit… Som Fv blijft zoals hij is, Som MA heeft geen variabele A en bij Som MB, MC en MD werd variabele A weggeveegd. Dat resulteerde echter in 4 identieke vergelijkingen, die alleen de lengte verhouding tussen afstand AB, AC en AD weergeeft maar volgens mij geen echte oplossing biedt.
In mijn studieboek heb ik een soortgelijke situatie gevonden, namelijk een brug met 2 bruggehoofden en 2 pijlers = 4 opleggingen. Deze wordt statisch onbepaald genoemd, en om hem statisch bepaald te maken, worden er 2 scharnierpunten toegevoegd in het middelste deel van de brug. Dit middelste deel wordt eerst berekend, de last Q resulteert in een reactiekracht Fr = Q/2 in elk van de scharnierpunten. Deze kracht wordt overgenomen bij het beschouwen van het linker- en rechterdeel van de brug, die elk afzonderlijk statisch bepaald zijn: 2 lasten en 2 opleggingen.
Om deze methode op mijn probleem toe te passen, maak ik ook 2 scharnierpunten tussen de 2e en 3e oplegging, dus tussen de voorste en middelste as. De as afstand is 1400mm, het leek mij handig om de scharnierpunten B' en C' op 200mm uit de assen B en C te plaatsen zodat ik een gedeelte van 1400-200-200=1000mm overhoud. Dat rekent lekker makkelijk want Q = q * 1 dus FrB' = FrC' = Q/2 = q/2. (Zie fig.2)
Wat mij echter bevreemdt in deze methode, is het feit dat er geen enkel verband meer is tussen de gedeelten links en rechts. Dit zou betekenen dat wanneer ik met de lengte ga spelen (bij gelijke positie vanaf links), dit alleen gevolgen heeft voor de achterste en middelste as, en dat mijn schoteldruk in alle gevallen hetzelfde zou zijn? De q tussen de scharnierpunten blijft immers altijd gelijk, dus de reactiekracht op het linker gedeelte (van schotel t/m 1e as) is ook altijd gelijk. Terwijl mijn gevoel zegt dat het verschuiven van het zwaartepunt wel degelijk gevolgen heeft voor de schoteldruk!
Maak ik ergens een denk- of rekenfout, of is er een andere methode om toch per as de krachten te bepalen? Alvast bedankt voor jullie tips! NickR
Ik ben bezig met een opdracht om de asdruk van de 3 assen van een oplegger te bepalen. De lading wordt gevormd door een gelijkmatig verdeelde q-last over een bekende, maar variabele lengte. De resultante Q = q * L die aangrijpt in het zwaartepunt van de last, wordt verdeeld over de schotel en de achterassen. Doordat de lengte en positie variabel is, kan ik met het zwaartepunt spelen en daarmee de schotel- en asdruk optimaliseren. Wanneer ik de achterassen als 1 oplegging beschouw, kunnen de waarden eenvoudig bepaald worden: 1 belasting en 2 opleggingen. (Zie fig.1)
Het lijkt mij echter aannemelijk dat de belasting niet gelijk over de 3 achterassen wordt verdeeld. Ik moet de assen dus elk afzonderlijk als oplegging beschouwen. Elders op dit forum kwam ik een oude topic tegen met hetzelfde onderwerp: http://www.wetenscha...er-as-berekenen. Daar wordt als oplossing aangedragen om moment-vergelijkingen op te stellen, en dat heb ik gedaan: Som MA = 0; Som MB = 0; Som MC = 0; Som MD = 0 en evt. ook nog Som Fv = 0. Dat levert 5 vergelijkingen op met 4 onbekenden.
Ik ben bezig geweest met ‘vegen’ van dit stelsel van vergelijkingen, maar daar kwam ik niet uit… Som Fv blijft zoals hij is, Som MA heeft geen variabele A en bij Som MB, MC en MD werd variabele A weggeveegd. Dat resulteerde echter in 4 identieke vergelijkingen, die alleen de lengte verhouding tussen afstand AB, AC en AD weergeeft maar volgens mij geen echte oplossing biedt.
In mijn studieboek heb ik een soortgelijke situatie gevonden, namelijk een brug met 2 bruggehoofden en 2 pijlers = 4 opleggingen. Deze wordt statisch onbepaald genoemd, en om hem statisch bepaald te maken, worden er 2 scharnierpunten toegevoegd in het middelste deel van de brug. Dit middelste deel wordt eerst berekend, de last Q resulteert in een reactiekracht Fr = Q/2 in elk van de scharnierpunten. Deze kracht wordt overgenomen bij het beschouwen van het linker- en rechterdeel van de brug, die elk afzonderlijk statisch bepaald zijn: 2 lasten en 2 opleggingen.
Om deze methode op mijn probleem toe te passen, maak ik ook 2 scharnierpunten tussen de 2e en 3e oplegging, dus tussen de voorste en middelste as. De as afstand is 1400mm, het leek mij handig om de scharnierpunten B' en C' op 200mm uit de assen B en C te plaatsen zodat ik een gedeelte van 1400-200-200=1000mm overhoud. Dat rekent lekker makkelijk want Q = q * 1 dus FrB' = FrC' = Q/2 = q/2. (Zie fig.2)
Wat mij echter bevreemdt in deze methode, is het feit dat er geen enkel verband meer is tussen de gedeelten links en rechts. Dit zou betekenen dat wanneer ik met de lengte ga spelen (bij gelijke positie vanaf links), dit alleen gevolgen heeft voor de achterste en middelste as, en dat mijn schoteldruk in alle gevallen hetzelfde zou zijn? De q tussen de scharnierpunten blijft immers altijd gelijk, dus de reactiekracht op het linker gedeelte (van schotel t/m 1e as) is ook altijd gelijk. Terwijl mijn gevoel zegt dat het verschuiven van het zwaartepunt wel degelijk gevolgen heeft voor de schoteldruk!
Maak ik ergens een denk- of rekenfout, of is er een andere methode om toch per as de krachten te bepalen? Alvast bedankt voor jullie tips! NickR