Tempo en snelheid
Geplaatst: vr 02 mei 2014, 20:22
Snelheid versus tempo,
Stel: een trein van een lichtjaar lang, mat wagons van een lichtseconde lang. In elke wagon, die een lichtseconde lang is, bevindt zich een lamp, die elke minuut aan flits licht afgeeft, door werking van een batterijtje.
Op een oneindig perron, dicht bij deze trein, en parallel aan het spoor waarop de trein zich verplaatst, bevindt zich een waarnemer.
Situatie 1: De waarnemer is in rust ten aanzien van de trein. De trein komt met de lichtsnelheid aangedenderd en passeert de waarnemer.
Conclusie 1: De waarnemer zal een lichtjaar moeten wachten tot de trein hem voorbij gereden is. Elke minuut, en dus elke lichtminuut zal hij het licht van alle lampen in de trein waarnemen.
Situatie 2: De waarnemer verplaatst zich parallel aan de trein op het perron, en dit aan de lichtsnelheid.
Conclusie 2: De waarnemer zal de trein, die zich aan de lichtsnelheid verplaatst, instantaan (niet) zien passeren. . Elke minuut, en dus elke lichtminuut, zal de waarnemr het licht van alle lampen in de trein waarnemen.
Situatie 3: De waarnemer én de trein verplaatsen zich in dezelfde omstandigheden (situatie 2), maar nu aan ½ van de lichtsnelheid.
Concliusie 3: : De waarnemer zal een half lichtjaar moeten waarnemen voor de trein hem voorbij gereden is. Elke minuut, en dus elke lichtminuut zal hij het licht van alle lampen in de trein waarnemen.
Vragen: a) zijn de conclusies juist?
b) Heeft dit iets te maken met de lichtsnelheid die ook gelijk blijft onafhankelijk van de snelheid van zender en ontvanger. B.V dat lichtsnelheid eigenlijk een tempo is van afwisseling elektrische golf magnetische golf, dit aan de lichtsnelheid.
Stel: een trein van een lichtjaar lang, mat wagons van een lichtseconde lang. In elke wagon, die een lichtseconde lang is, bevindt zich een lamp, die elke minuut aan flits licht afgeeft, door werking van een batterijtje.
Op een oneindig perron, dicht bij deze trein, en parallel aan het spoor waarop de trein zich verplaatst, bevindt zich een waarnemer.
Situatie 1: De waarnemer is in rust ten aanzien van de trein. De trein komt met de lichtsnelheid aangedenderd en passeert de waarnemer.
Conclusie 1: De waarnemer zal een lichtjaar moeten wachten tot de trein hem voorbij gereden is. Elke minuut, en dus elke lichtminuut zal hij het licht van alle lampen in de trein waarnemen.
Situatie 2: De waarnemer verplaatst zich parallel aan de trein op het perron, en dit aan de lichtsnelheid.
Conclusie 2: De waarnemer zal de trein, die zich aan de lichtsnelheid verplaatst, instantaan (niet) zien passeren. . Elke minuut, en dus elke lichtminuut, zal de waarnemr het licht van alle lampen in de trein waarnemen.
Situatie 3: De waarnemer én de trein verplaatsen zich in dezelfde omstandigheden (situatie 2), maar nu aan ½ van de lichtsnelheid.
Concliusie 3: : De waarnemer zal een half lichtjaar moeten waarnemen voor de trein hem voorbij gereden is. Elke minuut, en dus elke lichtminuut zal hij het licht van alle lampen in de trein waarnemen.
Vragen: a) zijn de conclusies juist?
b) Heeft dit iets te maken met de lichtsnelheid die ook gelijk blijft onafhankelijk van de snelheid van zender en ontvanger. B.V dat lichtsnelheid eigenlijk een tempo is van afwisseling elektrische golf magnetische golf, dit aan de lichtsnelheid.