De valversnelling
Geplaatst: di 20 jan 2015, 01:16
Valversnelling
“De versnelling in vacuüm ten gevolge van zwaartekracht is voor alle voorwerpen gelijk.” (Wikipedia).
De valversnelling op aarde is ongeveer 9,8 m/sec². Op de maan is dit ongeveer 1,63 m/sec². Voorwerpen vallen dus sneller op de aarde dan op de maan. Dit verschil in valsnelheid, is te verklaren door de kleinere massa, die de maan eigen is. Nu is zwaartekracht, de oorzaak van het vallen, een zaak van twee massa’s, zoals blijkt uit de formule F=G. m1m2/r².
Laat m1 nu de massa zijn van het vallende voorwerp, en m2 de massa van respectievelijk de maan en de aarde. Uit de waargenomen valsnelheid op maan en aarde kan men besluiten dat de valsnelheid relatief is aan de massa van respectievelijk de maan en de aarde. Daaruit kunnen we besluiten dat de betrokken massa’s een rol spelen in de valsnelheid. Waarom vallen m2 (vallende massa’s) dan met gelijke snelheid naar de aarde toe, zoals het citaat uit wikipedia hierboven beweert? Ik vermoed dat dit zo is, omdat de massa van de vallende voorwerpen zo klein is, en de factor massa van de aarde (maan) in de vergelijking (zwaartekrachtsformule) zo groot is, dat het verschil valsnelheid tussen een “grote” en een “kleine massa” onbeduidend en onmeetbaaar is. Bij héél grote massa’s echter, zal dit verschil wel significant zijn, en een zéér grote massa, zal sneller vallen (bv. Een grote comeet).
Ben ik verkeerd, of heeft Aristoteles dan toch gelijk?
“De versnelling in vacuüm ten gevolge van zwaartekracht is voor alle voorwerpen gelijk.” (Wikipedia).
De valversnelling op aarde is ongeveer 9,8 m/sec². Op de maan is dit ongeveer 1,63 m/sec². Voorwerpen vallen dus sneller op de aarde dan op de maan. Dit verschil in valsnelheid, is te verklaren door de kleinere massa, die de maan eigen is. Nu is zwaartekracht, de oorzaak van het vallen, een zaak van twee massa’s, zoals blijkt uit de formule F=G. m1m2/r².
Laat m1 nu de massa zijn van het vallende voorwerp, en m2 de massa van respectievelijk de maan en de aarde. Uit de waargenomen valsnelheid op maan en aarde kan men besluiten dat de valsnelheid relatief is aan de massa van respectievelijk de maan en de aarde. Daaruit kunnen we besluiten dat de betrokken massa’s een rol spelen in de valsnelheid. Waarom vallen m2 (vallende massa’s) dan met gelijke snelheid naar de aarde toe, zoals het citaat uit wikipedia hierboven beweert? Ik vermoed dat dit zo is, omdat de massa van de vallende voorwerpen zo klein is, en de factor massa van de aarde (maan) in de vergelijking (zwaartekrachtsformule) zo groot is, dat het verschil valsnelheid tussen een “grote” en een “kleine massa” onbeduidend en onmeetbaaar is. Bij héél grote massa’s echter, zal dit verschil wel significant zijn, en een zéér grote massa, zal sneller vallen (bv. Een grote comeet).
Ben ik verkeerd, of heeft Aristoteles dan toch gelijk?