sciencetalk

Een accelerometer is gebaseerd op:
 
a) Versnelling
b) Snelheid
c) Positie
 
een accelerometer MEET versnellingen maar is volgens mij gebaseerd op positie door dubbel af te leiden.. Kan iemand mij hierover uitsluitsel geven? 

Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Versnellingsmeter

er zijn meerdere manieren om versnellingen te meten, en dus evenzovele typen accelerometers. Een simpele in een auto is een touwtje met een gewichtje eraan dat aan het dak ophangt, met een hoekschaalverdeling langs het touwtje. 

Ik zou kiezen voor:
d) Kracht

Dus niemand die echt uitsluitsel kan geven met deze 3 mogelijkheden? De vraag situeert zich in het kader van 'Directe methodes' bij metingen mbt kinematica..

Ik vind het maar een rare vraag. Het goede antwoord is:
 
a) want een versnellingsmeter meet versnelling
b) want versnelling is een verandering van snelheid per tijdseenheid 
c) want het is een verandering van verandering van positie per tijdseenheid
d) want je meet wat de (resultante) kracht is op een bekende massa
 
en je kunt zelfs denken aan een vijfde mogelijkheid: 
 
e)  tijd, zie a), b) c) en d).  
 
Ook voor een krachtmeting heb je de grootheid tijd nodig (anders kun je de Newton niet vastleggen)
 
Kies zelf maar. Van mij krijg je geen uitsluitsel. Wat schiet je er mee op als je toevallig hetzelfde antwoord geeft als je antwoordenboekje.  Als je leraar beweert dat het duidelijk is kun je vast wel een paar kritische vragen bedenken.

De accelerometer die we in nu in de auto vinden is gebaseerd op een massa-veersysteem.
 
Zie het als een gewicht dat aan de linkse en rechtse kant vast zit met een veer aan de behuizing. Als je optrekt (naar rechts), verplaatst de massa naar links. Dit meet je. Samen met de veerconstante en massa kun je dan de versnelling berekenen.

Voorbeeld van een eenvoudige accelerometer:
   
Deze accelerometer is met een massa - veer - demper systeem.
 
Schrijf 2 krachten evenwichten uit, veronderstel de massa veel kleiner dan de massa :
  en   
De onderste kan nog herschreven worden als:
   
Met a de versnelling en y de afwijking t.o.v. de evenwichtstoestand van de veer ( als alles stil staat). Als er met een constante versnelling versneld wordt, dan zullen de eerste en tweede afgeleide van y nul zijn, of de versnelling kan dan eenvoudig bepaald worden met:
   
De kunst is dan om k en b zodanig te bepalen dat eens je aan het versnellen bent, de eerste en tweede afgeleide van y zo snel mogelijk nul worden, zodat je a kan bepalen.