Ik heb ondertussen wel 6 bewijzen van deze Cantor stelling bekeken, en het kwartje wíl maar niet vallen, dus...
1)
OK, ik snap het voorbeeld, maar even voor de zekerheid: stel je hebt f:S->P(S) gegeven door f(x)=x
2?
Klopt het dat alle deelverzamelingen afzonderlijk van P(S), waarvoor een x in S is, maar uit één element bestaan?
2)
Ik vind die verzameling B een beetje vreemd. B bestaat uit de elementen in A, die geen deelverzameling zijn van A? Dat is toch onzinnig?
Zou je dan ook zoiets - voor een andere situatie - kunnen maken:
B= {x in A|x niet in A}
Zo vat ik het op... ik kan mijn verwarring niet echt naar wiskundige termen vertalen, maar ik heb het gevoel dat er een contradictie in de verzameling zelf zit... Het is niet de lege verzameling, want dan wordt het per definitie geen lege verzameling meer, en vice versa...
Begrijp je wat ik bedoel?
3)
Ik heb trouwens nog een vraag:
[attachment=19227:Cantor's Theorem.png]
Waarom staat er:
T=f(a)
en niet:
f(A)=T?
Of anders f(a) is een element in T?
4)
In een ander voorbeeld hanteren ze de volgende notatie:
- Cantor2 1216 keer bekeken
Hier schrijven ze dat a [g]een element is van f(a).
Bedoelen ze dan met f(a) de complete functie, oftewel het domein, het codomein en de grafiek?
Oftewel, ze bedoelen: a is geen element van f:A->B met f(a)={a}?
En hadden ze niet evengoed kunnen schrijven {a} is een element van f(a)?
Ik heb hier nu echt uren aan gezeten, en om de een of andere reden lukt het me gewoon niet om het te snappen. Dus ik heb maar al deze vragen uitgetypt, misschien blijkt uit een van die vier vragen wel waar ik nou eigenlijk bij vastloop...
Trouwens die vragen over notaties stel ik niet uit luiheid, ik kan de notaties uit het dictaat waar ik uit lees wel volgen, maar op het internet raak ik door de war, althans, bij deze opgave...