sciencetalk

Hallo iedereen,
 
Ik zit al een tijdje mijn hoofd te breken over het praktijkexamen chemie dat ik heb afgelegd. We kregen als gegeven dat we een ftaalzuur hadden en moesten puur theoretisch de pH sprong bepalen om daaruit te bepalen of we dit best met een sterk zuur of een sterk base moesten titreren, aangezien een pHsprong geldig is bij een verschil groter dan 3 pH-eenheden. We kregen ook de 3 pKz waarden van dat ftaalzuur. Ik herinner mij alle details niet meer van het vraagstuk, maar ik wist wel dat ik al in de war was met welke pKz ik moest gebruiken en hoe ik zelfs de reactievgl moest opstellen aangezien we moesten testen met een zuur en een base. Mijn eerste gedacht was amfiproot, waardoor het beide kanten uitkon, maar mijn vraagstuk was volledig fout...

Iemand enig idee hoe ik zo'n situaties kan aanpakken?

Alvast bedankt!

Je vraagstuk is me niet duidelijk. Je kreeg een ftaalzuur? Voor mij is ftaalzuur een enkele stof: 1,2 benzeendicarbonzuur. En die heeft 2 zuurconstanten en geen drie. En wat moest je dan met die titratie bepalen? Wanneer is een pH-sprong geldig? Waarom was je eerste gedachte amfiproot? Wat is er dan amfiproot? En wat kan er dan beide kanten op?

Mijn excuses, ik heb nog wat rondgevraagd bij medestudenten en heb me compleet vergist van vraagstuk. Diegene waar ik problemen mee had ging als volgt:
Je kreeg willekeurige pKz-waarden en toen mochten we uitrekenen wat de pH zou zijn als het een zuur was of wat de pH zou zijn als het een base was. Vervolgens mochten we zeggen hoe die zou reageren als base of als zuur. We moesten ook de reactievergelijkingen opstellen.

Aan de hand van de pH sprong moesten we dan bepalen of het beter als zuur reageerde of als een base.

Iemand ene idee hoe je hieraan begitn? Ik hoop dat dit iets duidelijker is, ik ben geen held in dingen uitleggen, beter dan dit kan ik het niet verklaren...

Mijn excuses, ik heb nog wat rondgevraagd bij medestudenten en heb me compleet vergist van vraagstuk. Diegene waar ik problemen mee had ging als volgt:
Je kreeg willekeurige pKz-waarden en toen mochten we uitrekenen wat de pH zou zijn als het een zuur was of wat de pH zou zijn als het een base was. Vervolgens mochten we zeggen hoe die zou reageren als base of als zuur. We moesten ook de reactievergelijkingen opstellen.

Aan de hand van de pH sprong moesten we dan bepalen of het beter als zuur reageerde of als een base.

Iemand ene idee hoe je hieraan begitn? Ik hoop dat dit iets duidelijker is, ik ben geen held in dingen uitleggen, beter dan dit kan ik het niet verklaren...