De grens
Algemeen wordt beargumenteerd dat de kwantumvaagheid niet opgaat voor grote objecten zoals de kat. Die kat met zijn enorme aantal deeltjes is nimmer echt af te schermen van zijn omgeving; er zal altijd interactie met de buitenwereld zijn, en de kwantumvaagheid van de kat zal daardoor onmeetbaar kort duren. In die doos is de kat óf dood óf levend en niet beide tegelijk.
Het lijkt me dat deze stelling niet klopt.
De quantum wereld lijkt mij altijd een element van onzekerheid te moeten hebben.
Die kans kan wel bijna nul worden, maar nooit helemaal nul.
Voor wat betreft het dood en levend zijn van de kat:
Het dood of levend zijn van de kat is voor de kat een zekerheid, maar voor ons is het pas werkelijkheid, als we het deksel hebben opengemaakt.
Dat komt, omdat voor de deksel wordt geopend de informatie ons niet heeft bereikt.
Dat betekent niet, dat de beslissing over leven en dood nog niet is gevallen in de kist, alleen weten wij het niet.
Dat is niet het zelfde als levend en dood tegelijk.
Ik heb pas een vraag gepost die veel op de kat in kist situatie lijkt.
Kun je aan een verstrengeld electron zien, dat en/of hoe de spin van het partner-electron is gemeten?(zonder zelf die meting ook te doen)
Als het antwoord nee is, heb je een kat in een electron.
Door de meting van het partner-electron, is de waarde van het verstrengelde electron vastgelegd.(dood of levend)
Maar degene die de waarde wil weten, zal de meting moeten doen.(het deksel openmaken)
Dat er ook een bewustzijn nodig zou zijn om een waarneming te doen, lijkt me ook niet juist.
Die protonen die in een versneller tegen een goudatoom aanbotsen doen die waarneming namelijk ook.
Dat blijkt uit de brokstukken die rondvliegen.
Dan heeft het proton de positie van het goudatoom waargenomen.