Ik heb geen bezwaar tegen associatief denken.
De vraagstelling kan ook op onderstaande wijze worden geformuleerd.
- Wat is de frontale botssnelheid van massaloos auto A en B met snelheid is c.
Filosofische benadering:
Voor auto A geldt: Beweegt in heenrichting met snelheid is c als botssnelheid.
Voor auto B geldt: Beweegt in terugrichting met snelheid is c als botssnelheid.
Voor auto geldt: Beweegt met snelheid is c als botssnelheid.
Voor beide auto’s geldt: Botssnelheid is c (i.p.v. 2c).
Let op!
Het tegenovergestelde van botssnelheid (toenaderingssnelheid) is verwijderingssnelheid.
De vraagstelling kan dan ook op onderstaande wijze worden geformuleerd.
- Wat is de verwijderingssnelheid van foton A en B met snelheid is c.
Filosofische benadering:
Voor foton A geldt: Beweegt in heenrichting met snelheid is c als verwijderingssnelheid.
Voor foton B geldt: Beweegt in terugrichting met snelheid is c als verwijderingssnelheid.
Voor foton geldt: Beweegt met snelheid is c als verwijderingssnelheid.
Voor beide fotonen geldt: Verwijderingssnelheid is c (i.p.v. 2c).
In wetenschapsforum is het onderwerp ‘Twee fotonen’ behandeld zonder resultaat.
In de discussie ‘Twee fotonen’ staat onderstaande formule m.b.t. optellen van snelheden centraal.
a en b fotonen, c, jij de waarnemer die ze wegschiet in tegenovergestelde richtingen
v_ab, de snelheid van a t.o.v. b wordt gevraagd
v_ac, de snelheid van een van de fotonen t.o.v. jou
v_cb, jouw snelheid t.o.v. het tweede foton.
Bedenk het volgende.
- Uiterste stralingsgrens foton (gezien van binnenuit) is het uiterste van heelal.
- Heelal dijt uit.
- Heelal heeft (gezien van binnenuit) niét een midden.
Voor stralingsgolf (gezien van binnenuit) geldt: Heeft niét een midden.
Voor stralingsgolf (gezien van buitenaf) geldt: Heeft wél een midden.
In de formule is c de waarnemer die zich in het midden waant (terwijl er niét een midden is).
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de formule problemen oplevert.
Daarom zou het best eens kunnen dat vragen van bovenstaand kaliber uitsluitend van buitenaf gezien bekeken moeten te worden.
Terug naar de auto met 50 km/u.
Je kan de auto conform foton ook als stralingsgolf voorstellen die krimpt naar nul met 50 km/u.
Ook deze stralingsgolf (gezien van binnenuit) heeft niét een midden.
Het bevestigd dan ook mijn vermoeden dat associatief denken noodzakelijk is om de vraagstelling te beantwoorden.