sciencetalk

Ik heb een vraag over de weerstand van een vliegend object. Daarbij heb ik de volgende formule gekregen: weerstand = 1/2 ρ U² S C_D, met U = de snelheid, S = de oppervlakte en Cd = de weerstandscoefficient.
 
Het object vliegt twee keer; de eerste keer met een kartonnen kaartje, en de tweede keer zonder. Het object heeft in beide situaties dezelfde, maar onbekende voorwaartse kracht. De zwaartekracht en de kracht omhoog mogen genegeerd worden. De bedoeling van het kartonnen kaartje is om de weerstand te kunnen bepalen van het object. De snelheid en de oppervlakte van het object kunnen achteraf gemeten worden, en zijn dus bekend. Kan iemand me uitleggen hoe ik met de gegeven formule voor weerstand, de aanwezigheid van het kartonnen kaartje en de afwezigheid van het kartonnen kaartje de weerstand kan berekenen van het onbekende object? 
 
Ik denk dat het iets te maken heeft met C_D omdat de andere waarden bekend zijn. Echter, C_D hangt af van de snelheid, en ik vermoed dat de snelheid met kaartje langzamer is omdat de voorwaartse kracht even groot blijft en de weerstand met kaartje erbij groter is. Dus dan lijkt mij niet dat ik de waarden van C_D zomaar met elkaar mag vergelijken.

De C_d hangt af niet alleen af van de snelheid, maar ook van de grootte en vorm van het voorwerp en de viscositeit van de lucht (Reynolds getal).
Dat maakt het lastig op te lossen als je verder helemaal niets weet.
 
Wat is het doel?

Dit is een vraagstuk dat ik kreeg tijdens een vak. Het gaat om een voorwerp met een motor dat vast zit aan een draaimolen. De draaimolen zelf doet verder niks, het voorwerp levert zelf kracht om vooruit te komen. Het doel is om de weerstand van het voorwerp te bepalen wanneer het maximale kracht levert. Het is de bedoeling om dit met de formule weerstand = 1/2 ρ U² S C_D  en met behulp van de aanwezigheid en afwezigheid van een stuk karton te doen. Volgens het vraagstuk kunnen snelheid en oppervlakte gemeten worden, dus deze twee waarden zijn voor de vraag verder niet van belang. Verder is niks gegeven. Het lijkt me dus dat er naar C_D gekeken moet worden, en dan naar het verschil tussen met en zonder karton als weerstand, maar daar kwam ik dus niet uit.

Als je weet dat het medium lucht is met (bij benadering) bekende druk en temperatuur, dan weet je (kun je opzoeken) de dichtheid ρ en de viscositeit η.
Weet je ook de snelheid v en de afmetingen van de kaart D, dan kun je het Reynoldgetal Re uitrekenen:
   
Met een grafiek als deze:
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Drag_coefficient_of_a_sphere_as_a_function_of_Reynolds_number.png
maar dan voor een vlakke plaat (de kaart) kun je dan de weerstandscoëfficiënt bepalen.
 
Kijk eens of je hier verder mee komt.