Hoe lang duurt een kettingreactie bij een atoombom?
Geplaatst: ma 08 okt 2018, 16:35
De vraag die ik hier wil stellen is hoe lang een kettingreactie bij een atoombom duurt en hoeveel energie er dan is vrijgekomen? De kettingreactie van kernsplijtingen begint onmiddellijk na de ontsteking van de bom en eindigt zodra de splijtstof een te groot volume krijgt. Er zijn tegengestelde krachten gaande die maken dat er bij de kettingreactie enerzijds heel veel kernenergie vrijkomt en aan de andere kant dat de kettingreactie slechts zó kort duurt dat er helemaal niet zoveel energie vrijkomt.
De atoombom schematisch (het kanontype)
Het basisprincipe van een atoombom is dat uranium in vaste toestand mechanisch wordt samengeperst door een stuk uranium in een loop tegen een ander stuk uranium aan te schieten. In de korte tijd dat het tijdens de botsing is samengeperst ontstaat er een kettingreactie van kernsplijtingen. De reactie dooft uit zodra het volume van het uranium groter is dan het oorspronkelijke volume want dan is de splijtstof niet langer ‘superkritisch’, en wederom ‘subkritisch’. In subkritische toestand kan een kettingreactie niet meer exponentieel versnellen.
De vraag kunnen we specifieker stellen:
Wanneer is het volume van het uranium, als gevolg van het uitwerken van de botsing en de kernenergie die vrijkomt, weer zodanig toegenomen dat het wederom subkritisch is geworden?
Bij de botsing ontstaat er vrijwel onmiddellijk een kettingreactie van kernsplijtingen. Deze kernsplijtingen zetten kernenergie om in kinetische energie en straling. (Het is mij niet duidelijk of natuurkundigen straling ook als kinetische energie duiden.) De kinetische energie die binnen het blok uranium blijft zal het uranium doen uitzetten in volume, waarmee het uranium op een gegeven moment subkritisch wordt.
Laten we nu zoeken naar een bovengrens van de tijdsduur van de exponentieel toenemende kettingreactie, dus de duur dat het uranium superkritisch is.
Het uranium kan zich onder relatief lage druk vrij bewegen in de loop van het kanon. Ik neem aan dat dan het uranium weer haar oorspronkelijk volume terug heeft zodra het op het punt staat gasvormig te worden. (Misschien mag vloeibaar ook maar het gaat hier om een bovengrens.)
Uranium wordt bij 3900 graden Celsius gasvormig. Als wij weten dat er in de eerste atoombom, op Hiroshima, circa 60 kilogram uranium zat dan kunnen we uitrekenen met behulp van de warmtecapaciteit van uranium hoeveel energie het uranium kan absorberen eer het gasvormig wordt. De warmtecapaciteit van uranium is 0,12 joule per gram per graad*. Een snelle rekensom leert dat om 60kg uranium van nul graden naar het kookpunt te brengen (60 maal duizend gram maal 0,12 joule maal 3900 graden) er 28 megajoule aan energie nodig is. Omgerekend is dat 8 kilowattuur en dat is nog geen twee euro stroom uit het stopcontact. Dat is niet veel.
Kortom, ook als we er rekening mee houden dat tijdens de reactie veel energie aan het uranium wordt onttrokken door uitstraling en verhitting van de omgeving, al is het 99,9%, dan nog zien we dat een atoombom maar heel weinig energie kan produceren voordat hij uitdooft.
Bestaan atoombommen dus wel?
* In de eerste atoombom schijnt slechts twee procent van het uranium te zijn gespleten dus het oorspronkelijke blok uranium bevatte tijdens de reactie altijd minimaal 98% uranium. Daarom lijkt het gerechtvaardigd om hier als benadering de warmtecapaciteit van uranium te nemen.
De atoombom schematisch (het kanontype)
Het basisprincipe van een atoombom is dat uranium in vaste toestand mechanisch wordt samengeperst door een stuk uranium in een loop tegen een ander stuk uranium aan te schieten. In de korte tijd dat het tijdens de botsing is samengeperst ontstaat er een kettingreactie van kernsplijtingen. De reactie dooft uit zodra het volume van het uranium groter is dan het oorspronkelijke volume want dan is de splijtstof niet langer ‘superkritisch’, en wederom ‘subkritisch’. In subkritische toestand kan een kettingreactie niet meer exponentieel versnellen.
De vraag kunnen we specifieker stellen:
Wanneer is het volume van het uranium, als gevolg van het uitwerken van de botsing en de kernenergie die vrijkomt, weer zodanig toegenomen dat het wederom subkritisch is geworden?
Bij de botsing ontstaat er vrijwel onmiddellijk een kettingreactie van kernsplijtingen. Deze kernsplijtingen zetten kernenergie om in kinetische energie en straling. (Het is mij niet duidelijk of natuurkundigen straling ook als kinetische energie duiden.) De kinetische energie die binnen het blok uranium blijft zal het uranium doen uitzetten in volume, waarmee het uranium op een gegeven moment subkritisch wordt.
Laten we nu zoeken naar een bovengrens van de tijdsduur van de exponentieel toenemende kettingreactie, dus de duur dat het uranium superkritisch is.
Het uranium kan zich onder relatief lage druk vrij bewegen in de loop van het kanon. Ik neem aan dat dan het uranium weer haar oorspronkelijk volume terug heeft zodra het op het punt staat gasvormig te worden. (Misschien mag vloeibaar ook maar het gaat hier om een bovengrens.)
Uranium wordt bij 3900 graden Celsius gasvormig. Als wij weten dat er in de eerste atoombom, op Hiroshima, circa 60 kilogram uranium zat dan kunnen we uitrekenen met behulp van de warmtecapaciteit van uranium hoeveel energie het uranium kan absorberen eer het gasvormig wordt. De warmtecapaciteit van uranium is 0,12 joule per gram per graad*. Een snelle rekensom leert dat om 60kg uranium van nul graden naar het kookpunt te brengen (60 maal duizend gram maal 0,12 joule maal 3900 graden) er 28 megajoule aan energie nodig is. Omgerekend is dat 8 kilowattuur en dat is nog geen twee euro stroom uit het stopcontact. Dat is niet veel.
Kortom, ook als we er rekening mee houden dat tijdens de reactie veel energie aan het uranium wordt onttrokken door uitstraling en verhitting van de omgeving, al is het 99,9%, dan nog zien we dat een atoombom maar heel weinig energie kan produceren voordat hij uitdooft.
Bestaan atoombommen dus wel?
* In de eerste atoombom schijnt slechts twee procent van het uranium te zijn gespleten dus het oorspronkelijke blok uranium bevatte tijdens de reactie altijd minimaal 98% uranium. Daarom lijkt het gerechtvaardigd om hier als benadering de warmtecapaciteit van uranium te nemen.