sciencetalk

Goedemiddag allemaal,

Voor een onderzoekje loop ik tegen een probleem aan waar ik zo 1,2,3 niet direct een juiste oplossing kan vinden. In de bijlage zit de tekening die hopelijk het e.e.a. verduidelijkt. Het gaat in principe om een vakwerkligger waarin lokaal een staaf aanwezig is met een kleinere geometrie. De staven aan de uiteindes lopen in principe weer door tot de volgende knoop.

Nu ben ik eigenlijk op zoek naar een methode voor het bepalen van de kniklengte. Volgens de Eurocode mag je normaal gesproken tussen knopen een kniklengte van 0,9 Lcr aanhouden (bij buisprofielen) maar ik vermoed dat dit te kort door de bocht gaat.

Iemand een (conservatieve) methode om dit te kunnen beschouwen? eventueel een boek of bron waar ik het anders zou kunnen vinden?

Mochten er nog vragen of onduidelijkheden zijn dan hoor ik dat graag.

Alvast bedankt,

Rob

Ik zou, indien dit niet kritisch is, de "dikkere" uiteinden verwaarlozen en de hele staaf (van knoop tot knoop) beschouwen als het dunnere profiel. Indien je wel je pen gaat scherpen, denk ik dat je in roark's formulas for stress and strain iets gaat vinden. Als je het daar niet in vindt, wordt het FEA tijd. Wacht nog even af, er zitten er hier mensen die meer praktische ervaring mee hebben dan ikzelf...

De oplossing van nero is prima mits mits je de excentriciteit mee neemt in de overgang
en deze verders volledig sterk is.

ik kan me overigens geen situatie voorstellen hoe je naar een dergelijke plaatselijke verjonging komt.
vergeet de andere as niet bij het toessen

Bedankt voor jullie reactie,

Ik ga eens even het e.e.a. zoeken en kijken of ik eruit komt. Zo niet dan meld ik het.

Mochten er nog meerdere ideeën zijn dan hoor ik het wel.