sciencetalk

Hallo beste forummers,

Ik heb hier al een aantal posts aan gewijd zien worden. Maar ga toch een nieuwe plaatsen. Ik moet 't aanhaalmoment voor RVS bouten berekenen. En dan in 2 gevallen Bouten draad-wrijvingscoëfficiënt van μ=0.08 en van μ=0.16. En we gaan uit van 70% van de rekgrens.

Ik kom verschillende bereken methodes tegen.
https://www.werktuigbouw.nl/calculators/e3_6a.htm gebaseerd op https://werktuigbouw.nl/book/eboek_v107.pdf . Dit heb ik vervolgens voor RVS uitgerekend.

De berekening volgens het polytechnisch zakboekje
M =Fv (0.16•p + μt•(0.58•d2 +Dm/2)

Als ik uitga van een M5 boutje kom ik op een verschil van 0.7Nm. dat lijkt misschien niet veel maar is een afwijking van 17% van de laagste waarde. lijkt mij wel significant toch?

Situatie: Het betreft m.n. bouten die een plaat op een strip vast moeten trekken. met een blind gat in de strip. Bij de bereken methodes zie ik veelal de combinatie van een bout, door 2 platen met een moer.

Welke methode is in mijn geval aan te raden?
Waar zitten de verschillen in berekening?
Zijn de methodes geschikt voor de situatie die ik omschreven heb?

praktische gezien valt dat verschil wel mee te opzichten van de onzekerheid in de wrijving

Ik gebruik altijd de VDI 2230. Dit wordt gezien als de bijbel voor boutverbindingen.

Tom12Volt schreef: ↑ma 08 mar 2021, 14:15 Ik gebruik altijd de VDI 2230. Dit wordt gezien als de bijbel voor boutverbindingen.

bedankt, zal ik die ook nog even checken!

Tom12Volt schreef: ↑ma 08 mar 2021, 14:15 Ik gebruik altijd de VDI 2230. Dit wordt gezien als de bijbel voor boutverbindingen.

Als je die dan toch altijd gebruikt, kun je de tabel hier posten met de aanhaalfactor alpha_a ?
Als ik me goed herinner, moet dan tabel A8 of zo zijn. Is al enkele jaren geleden dat ik die norm nog in mijn handen heb gehad, en ik heb hem helaas niet digitaal.

Van daar uit kun je de methodiek bepalen, en zo kun je er verder aan rekenen. Als je werkt op basis van een aanhaalmoment: dat koppel wordt "gebruikt" voor enerzijds de wrijvingsverliezen te overkomen, en anderzijds voor het "indraaien" van de draad (M_A = M_G + M_K). Maar die berekening valt of staat, zoals boertje reeds vermeldde, met de gebruikte wrijvingscoëfficiënten.
Die eerste tabel die ik aanhaalde doet je dan reeds de moed in de schoenen zakken: tot pak-m-beet 60% kun je ernaast zitten.

http://www.vdi2230.de/engineering%20fundamentals.pdf
http://www.hexagon.de/rs/review%20desig ... 230fda.pdf

In geen van beide staat de tabel mbt. de aanhaalfactor...

Even verder zoeken met Google.

Je vindt deze inderdaad op het internet: Het is geen 60 maar 40%, maar het blijft duidelijk, na een (pneumatische) impactsleutel, de meest onnauwkeurige methode van de indicatie moment => voorspankracht.