Inhoud van een Piramide, Tetraëder, Kegel etc.
Geplaatst: za 29 apr 2023, 00:31
Een tijdje geleden las ik in een wiskundeleerboek dat de formule voor de inhoud van een piramide niet goed af te leiden is. Toen ik op internet zocht vond ik ook geen afleiding. Alleen een benadering met gebruik van limieten.
Dat verbaasde me. De oude grieken kenden geen limieten. Toch kenden ze de formule wel. Ik geloof dan ook dat die wel is af te leiden. En ik geloof ook dat dat helemaal niet zo moeilijk of ingewikkeld is.
Om dat te laten zien zal ik hier de formule afleiden voor het speciale geval van een piramide met een vierkant grondvlak, die half zo hoog is als de breedte. Een piramide dus met een lengte l, een breedte b en een hoogte h waarvoor geldt: b = l = 2h
Om dat te doen ben ik begonnen met een kubus te tekenen met een breedte b, een lengte l en een hoogte 2h. Omdat het een kubus is, is daarbij b = l = 2h. Overeenkomstig de verhoudingen van de piramide.
In die kubus heb ik de diagonalen getekend. Die gaan allemaal door 1 punt in het midden van de kubus.
Dat ziet er zo uit: Zoals je kan zien vormen de diagonalen de randen van piramides. Om precies te zijn 6 piramides die allemaal precies dezelfde vorm en grootte hebben. De zijden van de kubus vormen elk een grondvlak van één van de piramides. De toppen van de piramides raken elkaar in het middelpunt. Al die piramides hebben een identieke breedte b, lengte l en hoogte h (niet 2h).
We weten dat de inhoud van een kubus lengte * breedte * hoogte is. Dat is hier dus:
inhoud(kubus) = l * b * 2h
We zien ook dat die inhoud verdeeld wordt over 6 identieke piramides. De inhoud van elk van deze piramides is dus exact:
Inhoud(piramide) = (l * b * 2h) / 6 = (l * b * h) / 3
Vervolgens gaan we... Oh wacht even de formule is er al. Zo makkelijk is het dus. Wat nou limieten?
Vanuit deze afleiding kunnen we heel gemakkelijk ook bepalen wat de inhoud is van een aantal andere figuren. Andere speciale gevallen van piramides maar ook van tetraëders en kegels.
Op basis van deze afleiding is misschien zelfs wel de algemene regel voor piramides en andere soortgelijke vormen af te leiden:
Inhoud(piramide, kegel, tetraëder en dergelijke) = grondvlak * hoogte / 3
Dat verbaasde me. De oude grieken kenden geen limieten. Toch kenden ze de formule wel. Ik geloof dan ook dat die wel is af te leiden. En ik geloof ook dat dat helemaal niet zo moeilijk of ingewikkeld is.
Om dat te laten zien zal ik hier de formule afleiden voor het speciale geval van een piramide met een vierkant grondvlak, die half zo hoog is als de breedte. Een piramide dus met een lengte l, een breedte b en een hoogte h waarvoor geldt: b = l = 2h
Om dat te doen ben ik begonnen met een kubus te tekenen met een breedte b, een lengte l en een hoogte 2h. Omdat het een kubus is, is daarbij b = l = 2h. Overeenkomstig de verhoudingen van de piramide.
In die kubus heb ik de diagonalen getekend. Die gaan allemaal door 1 punt in het midden van de kubus.
Dat ziet er zo uit: Zoals je kan zien vormen de diagonalen de randen van piramides. Om precies te zijn 6 piramides die allemaal precies dezelfde vorm en grootte hebben. De zijden van de kubus vormen elk een grondvlak van één van de piramides. De toppen van de piramides raken elkaar in het middelpunt. Al die piramides hebben een identieke breedte b, lengte l en hoogte h (niet 2h).
We weten dat de inhoud van een kubus lengte * breedte * hoogte is. Dat is hier dus:
inhoud(kubus) = l * b * 2h
We zien ook dat die inhoud verdeeld wordt over 6 identieke piramides. De inhoud van elk van deze piramides is dus exact:
Inhoud(piramide) = (l * b * 2h) / 6 = (l * b * h) / 3
Vervolgens gaan we... Oh wacht even de formule is er al. Zo makkelijk is het dus. Wat nou limieten?
Vanuit deze afleiding kunnen we heel gemakkelijk ook bepalen wat de inhoud is van een aantal andere figuren. Andere speciale gevallen van piramides maar ook van tetraëders en kegels.
Op basis van deze afleiding is misschien zelfs wel de algemene regel voor piramides en andere soortgelijke vormen af te leiden:
Inhoud(piramide, kegel, tetraëder en dergelijke) = grondvlak * hoogte / 3