sciencetalk

Ik kreeg op de oplossing van deze oefening 8 op 11. Er is dus iets fout, maar wat. Die leerkracht heeft jammer genoeg niet de moeite gedaan om dit te verbeteren.

Ik zie je steeds met twee verschillende stromen werken (I₁ en I₃, I₁ en I₂) terwijl je steeds met serieschakelingen te maken hebt waar de stroom door iedere component gelijk is.
Je hebt dus steeds maar één stroom.

Ja, dat klopt maar de stroom splitst zich hier in deelstromen. Volgens de wetten van Kirchhoff is de som van de stromen in een knooppunt o, waarbij de de ingaande stromen positief zijn en de uitgaande stromen negatief.

Alleen in het laatste vraagstuk zie ik een knooppunt.
In het eerste is de totale spanning 21 V, de totale weerstand 17 Ω en de stroom dus 1,24 A.

Edit:
Of misschien is wat ik las als '3' een '5', dan is de totale weerstand 19 Ω en de stroom 1,11 A. In ieder geval niet 1,4 A.