Ophoping (hydrofiel!) contrastmiddel in lichaam?
Geplaatst: di 19 sep 2023, 10:01
Vandaag tijdens de grote visite in het UMC waar ik werk een aardige discussie over hoe lang het zinvol is om natriumperchloraat (dat inbouw van jodium in weefsels via Na/I-symporter remt) te continueren na toediening van jodiumhoudend CT-contrast bij patiënten met hyperthyreoïdie (te snel werkende schildklier). De zorg is dat extra jodium de schildklier extra aanzwengelt (Jod-Basedow-effect). Er is weinig literatuur over te vinden, maar enige stuk dat ik vond dat actief heeft gekeken naar accumulatie van jodiumrijk contrast in lichaam (A. Costa et al. Iodine content of human tissues after administration of iodine containing drugs or contrast media, J Endocrinol Invest. 1978; gekeken in 209 weefselbiopten van in totaal 80 patiënten) zegt dit:
"(...) Subjects with previous exposure to iodine containing drugs or x-ray contrast media showed increased iodine contents of various degree in all examined tissues, including adipose tissue, bone, brain, kidney, liver, lung, skeletal muscle, skin and spleen. Accumulation of iodine in adipose tissue was still demonstrable more than two years after cholecystography."
Kan dus blijkbaar lang aanwezig blijven, hoewel dit wel oudere contrastmiddelen waren. Het ligt sterk aan het precieze structuur van het jodiumcontrastmiddel; tegenwoordig zijn ze vaak veel wateroplosbaarder omdat er allerlei hydrofiele zijgroepen aan gekoppeld zijn, maar de kern ervan (jodium gekoppeld aan benzeenring) is nog steeds erg vetoplosbaar. Hoe kan het dat een hydrofiel contrastmiddel toch ophoopt in vettig weefsel? Verdwijnen die hydrofiele R-groepen ergens? Of zijn de contrastmiddelen uit deze studie "uit de oude doos" en zijn we tegenwoordig niet meer bang voor accumulatie van jodium(verbindingen) hierdoor in het lichaam?
Ik hoor graag jullie (scheikunige) overwegingen, dank alvast!
"(...) Subjects with previous exposure to iodine containing drugs or x-ray contrast media showed increased iodine contents of various degree in all examined tissues, including adipose tissue, bone, brain, kidney, liver, lung, skeletal muscle, skin and spleen. Accumulation of iodine in adipose tissue was still demonstrable more than two years after cholecystography."
Kan dus blijkbaar lang aanwezig blijven, hoewel dit wel oudere contrastmiddelen waren. Het ligt sterk aan het precieze structuur van het jodiumcontrastmiddel; tegenwoordig zijn ze vaak veel wateroplosbaarder omdat er allerlei hydrofiele zijgroepen aan gekoppeld zijn, maar de kern ervan (jodium gekoppeld aan benzeenring) is nog steeds erg vetoplosbaar. Hoe kan het dat een hydrofiel contrastmiddel toch ophoopt in vettig weefsel? Verdwijnen die hydrofiele R-groepen ergens? Of zijn de contrastmiddelen uit deze studie "uit de oude doos" en zijn we tegenwoordig niet meer bang voor accumulatie van jodium(verbindingen) hierdoor in het lichaam?
Ik hoor graag jullie (scheikunige) overwegingen, dank alvast!