Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat niet zeker weet (quantummechanica is niet mijn vakgebied). Het Rayleigh principe wordt vaak gebruikt bij dichtheidsmetingen van bijvoorbeeld vlammen, en hier wordt vaak de concentratie N2 bepaald, dus neem ik aan dat het niet noodzakelijk het watermolecuul hoeft te zijn.
hey, ik ben dat toevallig net aan het leren, en hier staat toch wel duidelijk dat het om om het even welk molecule kan gaan, zolang de diameter dus kleiner is als de golflengte van het invallend licht.
Bij de Mie-verstrooiing worden er hier wel voorbeelden gegeven (mie-verstrooiing is quasi hetzelfde als rayleigh verstrooiing met het grote verschil dat het nu gaat om moleculen met een diameter gelijk aan de golflengte van het invallend licht).
De voorbeelden zijn: voor zichtbaar licht kunnen de optredende moleculen zijn: waterdamp, stof, ...
Je hebt ook nog een de niet-selectieve verstrooiing waarbij de diameter van het molecule groter is dan de golflengte van het invallend licht, en een voorbeeld van zo'n molecule is dan bijvoorbeeld de waterdruppeltjes waaruit een wolk bestaat.
groetjes!