1 van 1

Etymologie: boterham

Geplaatst: di 05 aug 2003, 13:50
door Anonymous
Laatst werd er in mijn vriendenkring de vraag gesteld waar het woord boterham eigenlijk vandaan komt.. bij wijze van grap wordt die vraag nu steeds herhaald, maar ik ben eigenlijk wel benieuwd waar het vandaan komt.

Alex

Re: Etymologie: boterham

Geplaatst: di 05 aug 2003, 14:31
door Hallo1979
Volgens boterham van geboterde hammen en een ham betekende vroeger een plak dus een ham brood was een plak brood oftewel een boterham nu. Misschien dat een boterham een boterham met boter was!!

Ham was vroeger een plak, dat weet ik bijna zeker. Dus een plak ham is een ham ham.

Een ham ham? Yam yam!!!

Re: Etymologie: boterham

Geplaatst: do 07 aug 2003, 23:19
door AllumaN
Alex schreef:Laatst werd er in mijn vriendenkring de vraag gesteld waar het woord boterham eigenlijk vandaan komt.. bij wijze van grap wordt die vraag nu steeds herhaald, maar ik ben eigenlijk wel benieuwd waar het vandaan komt.

Alex
BOTERHAM: SNEE BROOD

Niemand weet zeker waar het woord boterham vandaan komt. Niemand weet dus ook precies wat het betekent. En dat terwijl het zo'n veelgebruikt woord is. Als een woord etymologisch moeilijk te verklaren is, kun je je eigen fantasie erop loslaten. Lijkt een heel brood niet een beetje op een hele gerookte ham? En als je voor die ham het woord boter plakt, heb je het dan (figuurlijk) over iets wat op een ham lijkt maar dan met boter besmeerd kan worden? Niemand weet het zeker.

Je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan het woord ham, dat 'hoek' betekent. Denk maar aan het woord inham 'hoek (of: stuk) zee dat bijna geheel door land omsloten wordt'. Er zijn mensen die denken dat boterham oorspronkelijk 'kluitje boter' betekende. Maar ze kunnen niet verklaren waarom die betekenis is overgegaan op een snee brood.

Uit: Het Etymologische woordenboek voor beginners, Gerbrand Bakker, Piramide, 1997

Re: Etymologie: boterham

Geplaatst: vr 08 aug 2003, 10:35
door Hallo1979
Is dit letterlijk uit het etymologie woordenboek? Ik dacht echt dat ham plak betekende (vroeger)

Re: Etymologie: boterham

Geplaatst: do 09 dec 2004, 20:28
door Anonymous
Vroeger waren de meeste mensen arm.Bij gebrek aan een echte ham at men een stuk geboterd brood,een boterham.Nog een luxe,want velen konden geen boter kopen.

Re: Etymologie: boterham

Geplaatst: zo 10 jun 2007, 23:49
door Gast
hai, zeg weet iemand toevallig ook of "behapstukken" een echt woord/werkwoord is?

wij zitten hier met het probleem dat behappen wel te vinden en verklaren is, maar verhapstukken/behapstukken niet...

thanx Flore

Re: Etymologie: boterham

Geplaatst: ma 11 jun 2007, 00:38
door Phys
Ligt eraan wat je onder 'echt woord' verstaat. Het staat niet in Van Dale, en het wordt niet in geschreven taal gebruikt (voor zover ik weet). Het is meer een spreektaal-woord, dat je in formele teksten in ieder geval moet vermijden.

Bovendien, we hebben al het woord behappen, dus waarom zou je er een (m.i. lelijk) alternatief voor gebruiken? :D

Re: Etymologie: boterham

Geplaatst: ma 11 jun 2007, 01:14
door Jan van de Velde
Verhapstukken staat wel in de Van Dale: verwerken of verhandelen. Gewestelijk ook wel verhapscheren.

Re: Etymologie: boterham

Geplaatst: ma 11 jun 2007, 18:51
door Phys
Gewestelijk ook wel verhapscheren.
Maar liefst twee hits op google :D

(dit heeft trouwens niets meer met 'boterham' te maken)

Re: Etymologie: boterham

Geplaatst: zo 16 sep 2007, 21:02
door Klintersaas
Laatst werd er in mijn vriendenkring de vraag gesteld waar het woord boterham eigenlijk vandaan komt.. bij wijze van grap wordt die vraag nu steeds herhaald, maar ik ben eigenlijk wel benieuwd waar het vandaan komt.
boterham zn. ‘(beboterde) snee brood’

categorie: geleed woord, etymologie van een woorddeel onbekend

Vnnl. boteram, boterenbroot ‘beboterd brood’ [1567; Nomenclator], boterham naast boter en broot, boterbrugge [1573; Thes.]. Al eerder in een andere betekenis in mnl. boteram van vrouwen cleren, waarschijnlijk ‘slepend kledingstuk’, iets als ‘ellenlange boterham’ [ca. 1485; Neve 1972].

Het eerste deel is identiek met boter. Voor het tweede deel van de samenstelling is geen bevredigende etymologie te vinden. Er wordt wel gedacht aan een woord ham(me), am(me) dat in Kil. 1599 voorkomt in de betekenis ‘afgesneden stuk eten’. De herkomst daarvan is echter onbekend. De spelling met -h- kan evenwel ook op volksetymologie berusten.

Het woord boterham komt uit de Frankische streken van het Nederlandse taalgebied; in het Fries bestaat uitsluitend het Nederlandse leenwoord boaterhamwoarst ‘boterhamworst’. Voor de rest komt in Friestalig gebied stik, stuk voor (in stikje of stikite bôle ite ‘een boterhammetje eten’); ook het Brabants kent de samenstelling stikke-, stukkezak ‘zak om boterhammen in mee te nemen’. Het Fries kent tot slot nog broekje, brogge, een vorm die ook voorkomt in de Saksische gebieden als brugge, brogge (zie ook Thes.). Ook Westfaals buotram.

Literatuur: O. de Neve (1972) ‘Boteram van vrouwen cleren’, in: TNTL 88, 276–280

Bron: http://www.etymologie.nl/

Verklaring van de afkortingen:
  • vnnl.: Vroegnieuwnederlands (1500 - 1700)
  • mnl.: Middelnederlands (1200 - 1500)