Het grenzeloze heelal
Geplaatst: ma 26 jun 2006, 09:58
Stel, je bent een mier en je loopt over een touw (lijn). Je kan maar één as volgen, en dus is waar jij loopt een één dimensionale wereld. Maar loop je de ene kant op, dan kom je op een gegeven moment weer uit waar je begon, dus je wereld is grenzeloos en toch eindig (oftewel, je kan je wereld een lengte geven, maar geen positie in iets groters).
Nu blijkt, dat om jouw één dimensionale wereld oneindig te maken, het touw eigenlijk een cirkel vormt, maar dat kan je alleen niet echt waarnemen (bijvoorbeeld omdat de cirkel enorm groot is, vergeleken met de mier). Oftewel, in twee dimensies is jouw wereld een cirkel.
Stel, je bent een muis en je loopt over een papier (vlak). Je kan twee assen volgen, en dus is waar jij loopt een twee dimensionale wereld. Maar net als de wereld van de mier, is deze wereld oneindig, in dat als je de ene kant op loopt je uiteindelijk weer uitkomt waar je begon. Eigenlijk loop je op een bol, maar dat kan je niet echt waarnemen. De muizen dachten vroeger dat hun wereld plat was...
Nu ben je een mens, en je vliegt door de ruimte. Je kan drie assen volgen, dus leef je in een drie dimensionale wereld. Newton merkte al op dat de ruimte, om in evenwicht te blijven, oneindig veel sterren moet hebben, en dat impliceert een oneindig groot ruimtevolume. Maar je kan ook een eindige hoeveelheid sterren kwijt in een eindig groot volume, terwijl de ruimte toch in alle richtingen oneindig is. Dat kan door de ruimte te krommen in de vierde dimensie (zoals de één dimensionale lijn gekromd werd in de tweede dimensie naar een cirkel, en het tweedimensionale vlak gekromd werd in de derde dimensie naar een bol).
Met in je achterhoofd dat de ruimte wél een eindig volume heeft maar geen grenzen, kan je bedenken dat het heelal toch kan uitdijen, zoals Hubble waarnam. Het volume wordt dan groter, en de sterren komen onderling verder uit elkaar te staan, maar ze gaan niet uit elkaar als door een explosie (Big Bang), want dan zou je ze terug kunnen extrapoleren naar hun oorsprong.
Teruggaand naar de beter te bevatten voorbeelden: als je een ballon (een drie dimensionaal gekromd twee dimensionaal vlak) opblaast (vergroting van volume), dan vergroot je het oppervlak van de ballon. Als je er stippen op zou zetten, dan vergroot je de afstand tussen elk van die stippen onderling(!) maar er is geen manier waarop een mier op de ballon ooit de oorsprong van de uitdijende stippen kan vinden: de oorsprong ligt midden in de ballon, dus in de derde dimensie. Dat betekend dat voor ons de oorsprong van de uitdijende sterren (en dus het uitdijende heelal) in de vierde dimensie ligt en dus niet waarneembaar is.
Een volumetoename van de ballon geeft dus een oppervlaktoename. Dat betekend dat wanneer je de vierde dimensie aanneemt de dimensie van tijd te zijn, er door de tijdstoename áltijd een volumetoename moet volgen.
Bedenk dat op aarde de kromming van de aarde waarneembaar is. Dat betekend dat wanneer je er je bewust van bent, je een assenstelsel kunt maken om je wereld in drie dimensies te beschrijven, ookal kan je je eigen wereld niet van buiten observeren (en dus niet meten). Je kan alleen de kromming meten en als je dat nauwkeurig genoeg kan, dan weet je hoe groot de aarde is. Daaruit komt voort dat je de kromming van de ruimte ook moet kunnen meten. Maar waarschijnlijk zijn de verhoudingen van de ruimte t.o.v. jouzelf zo extreem, dat je de kromming gewoon niet ziet.
Wat ik wel belangrijk vind, is dat er geen vijfde dimensie hoeft te zijn, tenzij je zegt dat de vierde dimensie oneindig is. Als de vierde dimensie tijd is, dan zeg je met een oneindige vierde dimensie eigenlijk dat de tijd in rondjes loopt. Dus als de vierde dimensie oneindig is, dan wordt het heelal ooit wel weer een keer kleiner (omdat wanneer de tijd weer bij het nul punt is, het volume van het heelal ook weer nul moet zijn).
Heel veel processen in de natuur zijn repeterend, en dat is een gevolg van de natuurlijke neiging naar een evenwicht dat nooit statisch kan bestaan, en dus altijd een dynamisch evenwicht blijft. Dan kan ik me goed voorstellen dat de uitdijing van het heelal maar één kant is van zon dynamisch evenwicht. Straks gaat het weer andersom, krimpt het heelal tot het nul punt, en begint alles weer opnieuw. Dat betekend dat de vierde dimensie, tijd, oneindig moet zijn, en dat betekend ook dat er een vijfde dimensie moet zijn, maar wat die vijfde dimensie inhoud is niet van belang voor de vierde dimensie. Net zo min als het van belang is voor een grenzeloos vlak of de derde dimensie nou die van volume of die van tijd is. Als er maar een derde dimensie is, anders kan het vlak niet grenzeloos zijn...