sciencetalk

keb een oefening gekrege voor wiskunde , ma ik zit al de hele dag te zoeke ma vin het echt niet daarom dat ik hier hulp zoek.

het gaat over driehoeksmeting

dit is de opgave:

in driehoek abc zijn gegeven de lengte van de zijde

A=26

B=24

C=10

berkenen de hoogtelijnen.

formules:

hoogtelijn uit de hoek a = B * sin c = C * sinb

hoogtelijn uit de hoek b = A * sinc = C * sina

hoogtelijn uit de hoek c = A * sinb = B * sina

ik kom maar aan geen uitkomst (1 getal) want ge weet de waarde van de hoeken niet.

weet er soms iemand oe ge zo iets oplost???

Deel de lengte van de zijden door 2, dan heb je een 5-12-13 driehoek. Dit is (Pythagoras) een rechthoekige driehoek !

Dus die van jou is ook rechthoekig.

Twee hoogtelijnen vallen samen met de rechthoekszijden, dus die zijn al 10 en 24. De derde is voor jou.

Groeten

...want je weet de waarde van de hoeken niet.

De hoeken kun je berekenen met de cosinusregel:

a² = b² + c² - 2bc cos alfa.

b² = a² + c² - 2ac cos bèta.

c² = a² + b² - 2ab cos gamma.

Hierin zijn a, b en c de zijden van de driehoek, en alfa, bèta en gamma de hoeken tegenover de zijden a, b en c.

a ja da ist

bedankt e!!!

dak daar nu zelf ni ben opgekome