sciencetalk

De zin: "De kans dat het alle rode ballen zijn"

kun je op 2 manieren lezen:

1. De kans dat dit de rode ballen zijn. Andere ballen hebben een andere kleur.

2. De kans dat het stuk voor stuk rode ballen zijn.

Volgens ZVdP zou in betekenis 2 de zin moeten luiden: "De kans dat het allen rode ballen zijn"

Is dat juist?

Moet het niet alleen "allen" zijn als het om personen gaat?

Bij bijvoorbeeld "meeste(n)" is dat volgens mij ook het geval: van de ballen in de kerstboom zijn de meeste rood, van de mensen buiten zijn de meesten warm gekleed.

Rogier schreef:Moet het niet alleen "allen" zijn als het om personen gaat?

Bij bijvoorbeeld "meeste(n)" is dat volgens mij ook het geval: van de ballen in de kerstboom zijn de meeste rood, van de mensen buiten zijn de meesten warm gekleed.

'Meeste(n)' is hier 2 keer als adjectief gebruikt. Kun je ook een voorbeeld vinden waar 'meeste' als substantief en als onderwerp fungeert?

Ik ben eigenlijk ook niet zeker of het allen moet zijn aangezien het hier niet gaat om personen. Maar kerstbal is nu ook weer niet onzijdig.

Voor betekenis 1: alle=ond / rode ballen=PN (met alle=subst.)

voor betekenis 2: alle rode ballen= ond (met alle=adj.)

Kan 'alle' als zodanig als substantief worden gebruikt?

Ik dacht dat enkel 'allen' deze taak kon vervullen, maar met zekerheid durf ik dit ook weer niet zeggen.

'Meeste(n)' is hier 2 keer als adjectief gebruikt. Kun je ook een voorbeeld vinden waar 'meeste' als substantief en als onderwerp fungeert?

Zie je de kerstballen in die boom? De meeste zijn rood.

Zie je die mensen daarbuiten? De meesten zijn warm gekleed.

Is nog even de vraag of de oorspronkelijke zin nou klopt, maar die ambiguïteit zou er in ieder geval niet zijn met mensen:

De zin: "De kans dat het alle rode ballen zijn"

Als het over een groep mensen ging waar en je vraagt "De kans dat het alle mannen zijn" kan dat alleen betekenis 1 hebben, voor betekenis 2 zou het "De kans dat het allen mannen zijn" zijn geweest.

Rogier schreef:Zie je de kerstballen in die boom? De meeste zijn rood.

Zie je die mensen daarbuiten? De meesten zijn warm gekleed.

Ik vraag mij af of 'meeste' hier misschien ook niet als adjectief gebruikt is bij het verzwegen (herhaalde) onderwerp 'kerstballen'?

"De meeste" heeft natuurlijk altijd betrekking op iets anders, maar daarom lijkt het me taalkundig -althans in deze zin- nog wel gewoon een zelfstandig naamwoord en onderwerp.

Ok,

maar dan zou de verbuiging hier afhangen van de betekenis van het woord, of het al dan niet een persoon zijn,

terwijl dit normaal enkel afhangt van het geslacht van het woord dacht ik?

kan dit trouwens geen België-Nederland probleem zijn? Ik ben van België en ga spontaan akkoord met ZVdP. het is toch ook "De kans dat allen rode ballen zijn."?

kan dit trouwens geen België-Nederland probleem zijn? Ik ben van België en ga spontaan akkoord met ZVdP. het is toch ook "De kans dat allen rode ballen zijn."?

In spreektaal wellicht; maar voorzover ik weet gelden in België dezelfde grammaticaregels als in Nederland. In formele teksten zal er geen verschil zijn.