De snelheid waarmee haar groeit hangt af van:
- de leeftijd (hoofdhaar volwassen persoon: 1,25 cm/maand; hoofdhaar bejaarde: 0,25 cm/maand);
- het geslacht (vrouwenhaar groeit sneller dan mannenhaar);
- medicatie, omgevingsfactoren en stress (die de snelheid allemaal doen dalen);
- erfelijkheid (zoals bijvoorbeeld een erfelijke vorm van alopecia (= haaruitval));
- de plek op het lichaam (hoofdhaar groeit sneller dan enig ander haartype).
Maar waarom groeit hoofdhaar sneller?
De haargroei bestaat uit verschillende fases:
- de groeifase (2 weken): het haartje verschijnt aan de huidoppervlakte en begint te groeien;
- de overgangsfase: de groei wordt ietwat afgeremd en het haar bereid zich voor op uitvallen;
- de rustfase: de groei stopt, het haar breekt af en valt uit. Omdat verschillende haren verschillende groeipatronen hebben valt niet al het haar tegelijkertijd uit;
- de nieuwe fase=de groeifase.
Hoofdhaar groeit sneller dan lichaamshaar omdat 90% van het hoofdhaar zich in de eerste fase (groeifase) bevindt tegenover slechts 70% van het lichaamshaar.
Om antwoord te geven op je tweede vraag is eerst wat basiskennis nodig:
Het haar is opgebouwd uit eiwitten. Elke haarvezel heeft een schors in het centrum. De schors is gemaakt van eiwitten in een ketting door de lengte van de haarschacht. Deze eiwitten (polypeptideketens) worden samen gehouden door peptideverbindingen, die het haar krachtig maken.
In de schors is het merg (
medulla), ook opgebouwd uit eiwitvezels die het haarpigment bevatten, het merg geeft kleur aan het haar. Hier vindt men ook de zijverbindingen van het haar, wat het golfpatroon van het haar bepaalt. Er zijn drie typen verbindingen: zoute bruggen, waterstofbruggen en zwavelbruggen. De zout- en waterstofverbindingen zijn zwakker dan de zwavelverbindingen, maar er zijn er meer van en ze zijn overal. Elke type verbinding houdt ongeveer een derde van de kracht van de haarkrul.
De schors en het merg worden omhult door een beschermende laag, de
cuticula, oftewel schublaag. De schublaag is gemaakt uit kleine, overlappende schubben van keratine (ook de bouwstof van vinger- en teennagels). Het zijn lange, smalle cellen die als dakpannen elkaar overlappen. De schublaag beschermt het haar voor beschadigende effecten van het milieu. Sommige mensen hebben haar met een nauw gesloten schublaag, anderen hebben een schublaag die iets overeind staat. De rangschikking van de schublaag van het haar bepaalt hoe gemakkelijk het haar vocht absorbeert, en hoe "kroezig" het haar kan lijken.
Wanneer het haar van zichzelf (genetisch bepaald) krult, zijn de zwavelverbindingen anders dan steil haar. Omdat de zwavelbruggen sterk zijn houdt het haar zijn krullende vorm zolang het niet ontkruld wordt.
Iemand die van nature steil haar heeft kan zijn/haar haar laten krullen op twee manieren:
- het haar nat maken, in krullers steken en laten drogen. Door de hitte zijn de zwakke zout- en waterstofverbindingen gebroken, die zich herstellen terwijl het haar droogt. Omdat het haar geforceerd in krulvorm gehouden wordt door de krullers vormen ze nieuwe zout- en waterstofverbindingen die het haar zijn krullend patroon laten behouden wanneer de krullers weggehaald worden;
- het haar "permanenten". Dit wil zeggen dat het haar ook nat gemaakt wordt en vervolgens om een permanentwikkel gerold wordt om te drogen. Daarna wordt een permanentlotion op alkalinebasis toegevoegd (tegenwoordig wordt ammoniumthioglycolaat het meest gebruikt) om de sterke zwavelbruggen te verbreken, die een natuurlijke golf in het haar maken.