In principe een bijvoeglijk naamwoord. Als bloedstollend een tegenwoordig deelwoord zou zijn, zou het afgeleid zijn van "bloedstollen". De bijvoeglijke betekenis heeft - althans tegenwoordig - niet veel met de letterlijke betekenis van bloed stollen te maken. Maar het is er uiteraard wel uit afgeleid.
Het komt overigens vaak voor dat tegenwoordige deelwoorden bijvoeglijk gebruikt worden. Of je het dan specifiek een
tegenwoordig deelwoord of
bijvoeglijk naamwoord wilt noemen is denk ik subjectief. Het is wat het is: een bijvoeglijk gebruikt tegenwoordig deelwoord. Dat tegenwoordig deelwoord heeft dan de
functie van een bijvoeglijk naamword.
Zie ook
hier na voorbeeld (2) en
hier bij het tweede kopje van onder.
Zwaaiend keken wij onze buren na. Zwaaiend is een tegenwoordig deelwoord, maar het is bijwoordelijk gebruikt. Kun je het nu tevens een bijwoord noemen?
Het smeltende ijsje.
Smeltende is tegenwoordig deelwoord, maar bijvoeglijk gebruikt. Is het nu tevens een bijvoeglijk naamwoord te noemen?
PS: jouw voorbeeld (bloedstollend) is mijns inziens primair een bijvoeglijk naamwoord, omdat het werkwoord op zichzelf nooit gebruikt wordt (in de dezelfde betekenis van "griezelig").