sciencetalk

Hallo,

Ik heb een eindwerk en ik gebruik hierin een kettingoverbrenging.

Mijn leerkracht zij dat ik rekening moest houden met het lui en trkkend part.

D.w.z. dat het onderste gedeelte van mijn kettingoverbrenging gespannen staat en het bovenste gedeelde hangt een beetje door. Dit zou volgens mijn leerkracht een invloed hebben op het koppel dat ik nodig heb om de kettingoverbrenging te laten draaien.

Weet u toevallig hoe ik de tegenwerkende krachten kan berekenen bij het lui en trekkend part?

Hartelijk bedankt,

Thomas

Goedenmiddag Thomas,

ik ben benieuwd wat je docent hiermee bedoelt.

zover mij altijd is geleerd kun je het koppel onder andere berekenen

door het aantal tanden van de tandwielen op elkaar te delen.

Als je echter de krachten wilt bereken die je nodig hebt zul je moeten kijken

naar de hartafstand van het tandwiel tot aan de hartafstand van de pennen in de ketting.

en dat van beide tandwielen op elkaar moeten delen.

Tenminste ervan uitgaand dat de schalmen zuiver in het tandwiel vallen.

(en dan verwaarlozen we even de wrijving bij het buigen en strekken van de kettingschalmen)

Als dit niet gebeurt door bv door slijtage van het tandwiel of de verbindingspennen tussen de schalmen.

Dan zal de pen door de tand heen rollen.

Hierdoor zal de arm waarop momentum wordt uitgeoefend dus veranderen.

Wat betereft de hangende ketting of luie ketting kan ik me niet veel bij voorstellen .

Stel ik heb een afstand tussen de tandwielen van 1 meter en een luie ketting die 3 meter doorhangt.

Als nu na gelang het doorhangen van de ketting het koppel zou zien veranderen,

houdt dat ;naar mijn gevoel; in dat theoretisch het koppel (0 staat tot x) zou kunnen worden.

Ofwel als iki de ketting lang genoeg maak ik het ene tandwiel stil kan zetten terwijl het andere blijft draaien.

een perpetuum mobile lijkt me toch erg onwaarschijnlijk.

Maar zoals ik al zei ik kan het vout hebben.

Alvast bedankt voor u snelle reactie.

Echter is mijn kettingoverbrengingsverhouding 1, dus de deling van de hartafstand van kettingwiel en ketting zal ook 1 zijn. Ik denk dat mijn leerkracht hiermee bedoeld dat de ketting onderaan spant omdat hij aangetrokken wordt door het aangedreven kettingwiel. Aan de bovenzijde van de 2 kettingwielen hangt de ketting een beetje door. Hierdoor zou het onderste of het bovenste gedeelte iets harder trekken waardoor er een tegenwerkende kracht ontstaat. Enkel weet ik niet hoe ik deze kracht kan berekenen