Benadering luchtwrijving
Geplaatst: do 13 mar 2008, 01:15
Ik ben bezig te proberen een benadering voor de luchtwrijving op een bolvormig object op te stellen. Ik heb heel sterk het gevoel dat ik intussen al iets heb gedaan wat niet helemaal correct is, dus als jullie aan zouden kunnen geven of ik een beetje in de goede richting denk, en waar het fout gaat, stel ik dat zeer op prijs.
Uitwerking tot nu toe:
Ik ben begonnen in het platte vlak, dus mijn bol is voorlopig nog een cirkel. Deze beweegt met een snelheid v rechtlijnig door stilstaande lucht. De cirkel heeft een 'massa' m1 en een straal r. Ik draai het geheel echter even om voor het gemak, waardoor de cirkel een snelheid 0 krijgt en de luchtdeeltjes een snelheid van -v (of dus v, maakt niet erg veel uit). Deze luchtdeeltjes gaan volkomen elastische botsingen aan met de cirkel, waardoor ze een verandering van snelheid en van richting ondergaan. De cirkel krijgt hierdoor slechts een snelheidsverandering, omdat de luchtwrijving opgeteld 'boven' evengroot is als 'onder'. Deze elastische botsingen verlopen niet allemaal met luchtdeeltjes met een snelheid v, omdat de luchtdeeltjes boven en onder het midden onder een hoek inslaan. De snelheid die dan in de berekening van elastische botsing gebruikt wordt, is dan de component van die snelheid die naar het middelpunt van de cirkel gericht is. Doordat deze botsingen dus boven en onder gelijkmatig voorkomen, resulteren de krachten van die botsingen uiteindelijk in een kracht op die cirkel, tegengesteld gericht aan zijn bewegingsrichting (ofwel hetzelfde gericht als de initiële bewegingsrichting van de luchtdeeltjes). Deze kracht wordt niet expliciet berekend, maar de snelheidsverandering wel. Deze wordt beschreven door de integraal van de functie die het snelheidsverlies van de cirkel beschrijft bij botsing met een luchtdeeltje op hoogte (ten opzichte van middelpunt, haaks op de bewegingsrichting) h, en deze integraal wordt dan uitgerekend op het interval -r;r. Dit is dus de som van de snelheidsverliezen. Als ik het goed heb is dat het snelheidsverlies per seconde, dus de mate van afremming per seconde?
Hmmm.. ik bedenk net dat het misschien ook mogelijk is om alle afzonderlijke luchtdeeltjes eerst te substitueren door één verzonnen 'luchtkogel' die frontaal tegen het object botst, en dat de elastische botsing pas daarna wordt uitgerekend? Die elastische botsingen zijn namelijk geen pretje om op te lossen.
Nu ik het teruglees, weet ik niet of mijn gedachtegang wel helemaal duidelijk is, maar ik hoop dat jullie er misschien iets over kunnen zeggen. Alvast bedankt!
Uitwerking tot nu toe:
Ik ben begonnen in het platte vlak, dus mijn bol is voorlopig nog een cirkel. Deze beweegt met een snelheid v rechtlijnig door stilstaande lucht. De cirkel heeft een 'massa' m1 en een straal r. Ik draai het geheel echter even om voor het gemak, waardoor de cirkel een snelheid 0 krijgt en de luchtdeeltjes een snelheid van -v (of dus v, maakt niet erg veel uit). Deze luchtdeeltjes gaan volkomen elastische botsingen aan met de cirkel, waardoor ze een verandering van snelheid en van richting ondergaan. De cirkel krijgt hierdoor slechts een snelheidsverandering, omdat de luchtwrijving opgeteld 'boven' evengroot is als 'onder'. Deze elastische botsingen verlopen niet allemaal met luchtdeeltjes met een snelheid v, omdat de luchtdeeltjes boven en onder het midden onder een hoek inslaan. De snelheid die dan in de berekening van elastische botsing gebruikt wordt, is dan de component van die snelheid die naar het middelpunt van de cirkel gericht is. Doordat deze botsingen dus boven en onder gelijkmatig voorkomen, resulteren de krachten van die botsingen uiteindelijk in een kracht op die cirkel, tegengesteld gericht aan zijn bewegingsrichting (ofwel hetzelfde gericht als de initiële bewegingsrichting van de luchtdeeltjes). Deze kracht wordt niet expliciet berekend, maar de snelheidsverandering wel. Deze wordt beschreven door de integraal van de functie die het snelheidsverlies van de cirkel beschrijft bij botsing met een luchtdeeltje op hoogte (ten opzichte van middelpunt, haaks op de bewegingsrichting) h, en deze integraal wordt dan uitgerekend op het interval -r;r. Dit is dus de som van de snelheidsverliezen. Als ik het goed heb is dat het snelheidsverlies per seconde, dus de mate van afremming per seconde?
Hmmm.. ik bedenk net dat het misschien ook mogelijk is om alle afzonderlijke luchtdeeltjes eerst te substitueren door één verzonnen 'luchtkogel' die frontaal tegen het object botst, en dat de elastische botsing pas daarna wordt uitgerekend? Die elastische botsingen zijn namelijk geen pretje om op te lossen.
Nu ik het teruglees, weet ik niet of mijn gedachtegang wel helemaal duidelijk is, maar ik hoop dat jullie er misschien iets over kunnen zeggen. Alvast bedankt!