sciencetalk

Hallo allemaal

Vandaag had ik een toets over warmtecapaciteit en bij de eerste vraag bleek dat dat de soortelijke warmtecapaciteit van ijs niet gegeven was en dat we daardoor de vraag niet konden oplossen. Nu hebben we voor die vraag op te lossen de soortelijke warmtecapaciteit van water gebruikt, logisch lijkt dit in orde aangezien ijs bestaat uit water. Nu zat ik de denken, dit is een faseovergang van vloeibaar naar vast. Hierbij veranderen sommige kenmerken van een stof, is dit ook het geval op de soortelijke warmtecapaciteit van ijs?

Dank u bij voorbaat

Soortelijke warmte van water: 4,18·10³ Jkg^-1K^-1

Soortelijke warmte van ijs: 2,2·10³ Jkg^-1K^-1

Dit staat overigens in het Binas tabellenboekje.