idijootje
Artikelen: 0
Berichten: 6
Lid geworden op: za 27 dec 2008, 18:20

Zouten

Hallo,

Ik zit met een vraagje bij het opstellen van formules voor zouten... Ik zal een voorbeeldje geven om duidelijk te maken wat ik juist bedoel. Hopelijk lukt het formuleren, want het is de eerste keer dat ik een berichtje typ.

Binding tussen Na en SO4:
  • Na: 2.(+I)
  • S: +VI
  • O: 4.(-II)
=> dit zorgt voor volgende formule: Na2SO4

maar S kan ook +IV hebben als oxidatiegetal en dan kan je volgende combinatie maken:
  • Na: 4.(+I)
  • S: +IV
  • O: 4.(-II)
=> dit zou zorgen voor volgende formule: Na4SO4

Als ik zoek op het internet, dan vind ik enkel dinatriumsulfaat (Na2SO4) terug.

Hetzelfde geldt voor een heleboel andere combinaties (Na en PO4, Ba en CO3,...)

De formule of stof die ik vind, is steeds die waarbij het niet-metaal uit de zuurrest het hoogst mogelijke oxidatiegetal heeft. Dus uit mijn voorbeeld: zwavel kan oxidatiegetal +IV en +VI hebben => bij de formule die ik terug vind heeft zwavel +VI. Is dat toevallig? Of moet je je daarop baseren voor het opstellen van formules?

groetjes,

een idijootje
Gebruikersavatar
Ensiferum
Artikelen: 0
Berichten: 662
Lid geworden op: di 19 sep 2006, 19:30

Re: Zouten

Als zwavel +IV heeft, dan krijg je Na2SO3 (=sulfiet). Een zwavelatoom met vier enkelgebonden zuurstofatomen is blijkbaar niet stabiel.
idijootje
Artikelen: 0
Berichten: 6
Lid geworden op: za 27 dec 2008, 18:20

Re: Zouten

Bedankt voor het snelle antwoord...

Nog een vraagje: kan je dat ergens uit afleiden? Of is dat iets dat je uit het hoofd moet leren welke oxidatiegetallen je moet nemen?
ToonB
Artikelen: 0
Berichten: 817
Lid geworden op: wo 05 nov 2008, 11:58

Re: Zouten

Als je kijkt naar bijvoorbeeld H2SO[sub[4[/sub] zie je

Afbeelding

Hier zie je dat je zwavel 4 bindingen heeft (hij zit immers in groep 4, en kan dus maar 4 bindingen aangaan)

De H-atomen worden als het ware 'van de O's afgehaald' en vervangen door Na+ ionen.

Je kan er dus opnieuw maar 2 invoegen. Een zwavel die 8 bindingen aangaat bestaat immers (naar mijn weten) niet.
"Beep...beep...beep...beep"

~Sputnik I
ToonB
Artikelen: 0
Berichten: 817
Lid geworden op: wo 05 nov 2008, 11:58

Re: Zouten

Nog een vraagje: kan je dat ergens uit afleiden? Of is dat iets dat je uit het hoofd moet leren welke oxidatiegetallen je moet nemen?
Hier is een trucje voor:

Bv:

sulfaat = SO42-

sulfiet = SO32-

De uitgang -aat is je standaard als het ware. Bv zwavelzuur heeft de zuurrest: sulfaat

de uitgang -iet wil zeggen: 1 O minder. (3x O in sulfiet)

De uitgang -aat (je standaard dus) is die waar je OT dezelfde is als de groep waar zwavel instaat.

Zwavel staat in groep 6 in je periodieke tabel, en dus krijgt SO42- de uitgang -aat, aangezien zijn OT 6 is, en hij in groep 6 staat.

Een ander voorbeeld:

Fosfaat = PO43-

Fosfiet = PO33-

Bij fosfaat heeft je P een Oxidatietrap (OT) van 5, en hij staat in groep 5. PO43- krijgt dus de uitgang -aat, en wordt fosfaat.

Een O minder, PO33- dus, wordt fosfiet.

Bij de halogenen moet je wel even opletten, aangezien dat regeltje daar niet opgaat voor zover ik weet.

Maar al bij al zal je bij de halogenen waarschijnlijk alleen die van chloor (en evt jood/broom) moeten kennen, die van fluor meestal niet op middelbaar niveau.

En die moet je dan desnoods even vanbuiten leren. (maar we maken het makkelijk, de uitgang -aat heeft bij de 4 halogenen die je waarschijnlijk moet kennen, bij 3 zuurstoffen de uitgang -aat), namelijk F, Cl, Br, I

HClO3 is chloorzuur, dus ClO3- is chloraat (het standaardzuur is de standaardzuurrest, is dus uitgang -aat).

een zuurstof meer levert beginsel per-, dus ClO4- wordt perchloraat

een zuurstof minder levert uitgang -iet, dus ClO2- wordt chloriet

2 zuurstoffen minder geeft beginsel hypo- en uigang -iet, dus ClO- wordt hypchloriet.

Zelfde analogie bij de rest van de halogenen. Enkel hier heb je ook de per- en hypo- vormen.

Standaardzuren zijn:

HClO3

HBrO3

HIO3

HFO3
"Beep...beep...beep...beep"

~Sputnik I
Gebruikersavatar
Ensiferum
Artikelen: 0
Berichten: 662
Lid geworden op: di 19 sep 2006, 19:30

Re: Zouten

ToonB schreef:Als je kijkt naar bijvoorbeeld H2SO[sub[4[/sub] zie je

Afbeelding

Hier zie je dat je zwavel 4 bindingen heeft (hij zit immers in groep 4, en kan dus maar 4 bindingen aangaan)

De H-atomen worden als het ware 'van de O's afgehaald' en vervangen door Na+ ionen.

Je kan er dus opnieuw maar 2 invoegen. Een zwavel die 8 bindingen aangaat bestaat immers (naar mijn weten) niet.
Na4SO4 is wel een mogelijke verbinding voor zwavel(IV). Immers, je krijgt een centrale zwavel waarrond vier enkelgebonden zuurstofatomen staan. Elke zuurstof is dan nog verbonden met een Na atoom (ionisch), of een H als men het overeenstemmende zuur neemt.

Maar deze vorm lijkt experimenteel niet stabiel te zijn (wat ik afleid uit het gebrek aan vermelden ervan in de literatuur, het kan altijd dat hij in bepaalde oplossingen toch voorkomt). Hij kan trouwens eenvoudig overgaan tot de sulfietvorm: één zuurstof vormt met zijn elektronenpaar een tweede binding met de zwavel en stoot zo een andere zuurstof uit. Wat met die zuurstof gebeurt hangt af van de pH.

Vergeet niet dat zwavel(IV) een vrij elektronenpaar heeft. Dit geeft heel wat sterische hinder als er dan nog eens vier zuurstofatomen, elk met twee vrije elektronenparen, aan gebonden zijn. Ik vermoed dat daarom sulfiet eerder gevormd zal worden dan de SO44- vorm.
idijootje
Artikelen: 0
Berichten: 6
Lid geworden op: za 27 dec 2008, 18:20

Re: Zouten

Ben er nog altijd niet helemaal uit hoor...

Als ik het goed begrijp is Na4SO4 theoretisch wel mogelijk maar komt het niet voor omdat het niet stabiel genoeg is door zijn vorm...

Kan je dit koppelen aan oxidatiegetallen?

Ik heb hier een hele rij voorbeelden waarvoor ik verschillende formules kan maken, maar ik vind er in de literatuur telkens maar 1 van terug en dat is (toevallig?) telkens de formule waarin het niet-metaal uit de zuurrest het hoogst mogelijke oxidatiegetal heeft. Mag ik dan aannemen dat ik gewoon steeds het hoogste oxidatiegetal moet nemen om mijn formule te bepalen?

Na en CO3
Na: +I
C: +IV
O: -II
=> leidt tot Na2CO3
Na: +I
C: +II
O: -II
=> leidt tot Na4CO3
Na en PO4
Na: +I
P: +V
O: -II
=> leidt tot Na3PO4
Na: +I
P: +III
O: -II
=> leidt tot Na5PO4
Ba en CO3
Ba: +II
C: +IV
O: -II
=> leidt tot BaCO3
Ba: +II
C: +II
O: -II
=> leidt tot Ba2CO3
Ba en NO3
Ba: +II
N: +V
O: -II
=> leidt tot Ba(NO3)2
Ba: +II
N: +IV
O: -II
=> leidt tot BaNO3
Ba en PO4
Ba: +II
P: +V
O: -II
=> leidt tot Ba3(PO4)2
Ba: +II
P: +III
O: -II
=> leidt tot Ba5(PO4)2
En hetzelfde kan je ook doen met:

Al en CO3

Al en NO3

Al en SO4

Al en PO4

...

Ik heb telkens de oxidatiegetallen in het vet gezet en de formule die ik in de literatuur terugvind ook. Je kan zien dat van de twee mogelijkheden die ik geef, dat telkens de formule is waarbij het hoogste oxidatiegetal voorkomt...

Terug naar “Anorganische chemie en elektrochemie”