Ad1
Eerste principe van Grondwettelijk recht : een Grondwet is een leesbare tekst.
Een Grondwet moet rechtstreeks aanvaard kunnen worden door het volk dat zich eraan onderwerpt.
Als deze aanvaarding zinvol zou zijn, moet deze tekst leesbaar zijn door het volk, dat gaat tekenen (en niet alleen leesbaar zijn voor experten).
Vanuit dit opzicht is het grondwettelijk verdrag lang en complex : 485 A4 pagina's of bijna een volle riem papier (in de compacte versie die momenteel beschikbaar is op
www.constitution-europeenne.fr). In het Nederlands op
http://www.referendumeuropesegrondwet.nl/r...relevante_links
Deze lengte, die uniek is in de wereld voor een Grondwet, koppelt zich aan een veelheid aan verwijzingen die ze eenvoudigweg onleesbaar maakt voor de gemiddelde burger.
Bepaalde belangrijke punten zoals de definitie van de Diensten van Algemeen Economisch Belang komen niet voor in de tekst .
Er komen zelfs tegenstrijdigheden voor tussen van elkaar verwijderde delen.
Om de moeilijkheid van het lezen van deze tekst te illustreren, dient men de afwezigheid aan te stippen -hetgeen erg is - van een lijst van gebieden waarin elke instelling het recht kan scheppen. Zo vindt men nergens (en kan men perfect onwetend zijn over het bestaan van) de lijst van domeinen waarin het Europees Parlement volledig uitgesloten is van het recht om te legifereren (wetten te maken). Dit is noch banaal noch ongevaarlijk. Om deze verdeling te kennen dient men de honderden artikelen één per één te onderzoeken en te hopen er geen te hebben vergeten (zie verder). Kan men dan over leesbaarheid spreken ?
Andere belangrijke artikels, zoals artikel I-33 die de "niet wetgevingshandelingen" instelt ( verordeningen en besluiten) en die aan de (niet-verkozen) Commissie toelaat om zonder parlementaire controle normen te creëren die even dwingend zijn als wetten , worden niet gevolg door een controleerbare lijst.
Deze lengte en deze complexiteit maken het een niet te lezen stuk voor de doorsne burger
Zodoende nemen die burgers het opperste risico voor henzelf, hun kinderen en kleinkinderen, om te laat te ontdekken wat niet meer kan gewijzigd worden.
Men moet uiteraard lezen en begrijpen wat men ondertekent. Anders moet men weigeren te tekenen.
Ook al was deze tekst eenvoudig geweest (wat niet het geval is), zo'n lange tekst laat niet toe om het met kennis van zaken te beoordelen.
Ad2
Tweede principe van Grondwettelijk recht : een Grondwet legt niet de ene of andere politiek op; ze laat het politiek debat toe zonder de uitkomst ervan te bepalen.
Een democratische Grondwet is noch rechts noch links, noch socialistisch noch liberaal. Een Grondwet is niet vooringenomen maar maakt het politiek debat mogelijk. Ze bevindt zich boven het politiek debat.
Daarentegen wil het VGE niet alleen de regels van het politieke spel bepalen maar ook het spel zelf !
Door in al zijn onderdelen (I,II en vooral III) liberale verplichtingen en referenties op te leggen, is deze tekst niet politiek neutraal. Hij legt voor lange tijd politiek-economische keuzen op die natuurlijk zouden moeten afhangen van het dagelijks politiek debat, dat varieert volgens de conjunctuur. Het is een soort hold-up op de afwisseling van economische politieken.
Deze tekst bevestigt onder andere dat Europa zichzelf berooft van de drie voornaamste economische hefbomen die alle Staten in de wereld toelaten te regeren :
Geen monetaire politiek : wij zijn de enigen in de wereld die onze centrale bank volledig onafhankelijk gemaakt hebben en bovendien met als enige grondwettelijke onaantastbare missie : de strijd tegen de inflatie. Maar niet de tewerkstelling of de groei (12). Er worden geen enkele middelen aan de politieke macht verleend om deze missies te wijzigen. Men weet nochtans dat men anti-inflatie politieken met extra werkloosheid betaalt en dit door een mechanisch effekt .
Geen budgetaire politiek : het Stabiliteitspact sluit de Staten op in een budgetaire strengheid, die zeker een mogelijke politiek kan zijn, maar ook niet de enige mogelijke moet zijn ad vitam aeternam (tot in de eeuwigheid). Geen enkele Keynesiaanse relance (grote werken) is nog mogelijk.
Geen industriële politiek : het verbod op elke belemmering van de concurrentie brengt het verbod met zich mee om bepaalde nationale actoren die kwetsbaar zijn of in moeilijkheden verkeren, te helpen.
Het VGE infantiliseert de Europese burgers : het ontneemt ons allen het belang om over alternatieven na te denken. Waarom zou het politiek debat doorgaan nu inderdaad elk reëel alternatief uitdrukkelijk verboden wordt in de opperste tekst ?
Heel concreet, indien morgen een Europese meerderheid van richting zou willen veranderen en overstappen naar een meer solidaire, niet mercantiele organisatievorm, dan zou dat niet kunnen want daar is de unanimiteit voor nodig.
Op de Sovjet grondwet na (die ook een politiek oplegde, namelijk het collectivisme), zou deze partijdige grondwet een unicum zijn in de wereld.
Ad3
Derde principe van grondwettelijk recht : een democratische grondwet is herzienbaar.
Alle volkeren ter wereld die in een democratie leven kunnen hun regeerpact herzien.
Het VGE is veel te moelijk herzienbaar : om één komma van deze tekst te wijzigen is eerst de unanimiteit van de regeringen nodig om akkoord te vallen over een herzieningsprojekt. Daarna is de unanimiteit van de volkeren (parlementen of referenda) nodig om het te ratificeren. Dit wordt de gewone herzieningsprocedure genoemd.
Met 25 Staten is deze procedure van dubbele unanimiteit een echte waarborg van onaantastbaarheid voor de verdedigers van het immobilisme. Deze tekst is versteend van bij zijn geboorte.
Concreet betekent dit dat indien een grote meerderheid Europeanen haar hoogste wet wenst te veranderen, dat ze dat niet zou kunnen. Dit is stuitend, onrustwekkend.
Dit is onaanvaardbaar voor een Grondwet en het zou opnieuw een unicum zijn in de wereld.
Men antwoordt mij door het woord "Verdrag" naar voor te schuiven om voor te houden dat unanimiteit normaal is (wat correct is inzake verdragen), maar dit houdt geen steek : deze tekst speelt uiteraard de rol van een Grondwet en het oxymoron " Grondwettelijk verdrag" (samenvoeging van tegenstrijdige woorden) leidt ertoe, door met de woorden te spelen, dat men een hoogste norm schept die veel te star is en veel te moeilijk te herzien.
Vreemd genoeg staat tegenover deze overdreven starheid een verrassende soepelheid naar aanleiding van een andere procedure die de rechtstreekse instemming der volkeren niet vereist : de veréénvoudigde herzieningsprocedure . Deze laat één van de organen van de Unie (de Raad van Ministers) toe om uit eigen initiatief één van de sleutelelementen van de Grondwet te wijzigen die de graad van soevereiniteit bepaalt die door de lidstaten bewaard wordt in dit of dat domein (daar de overstap naar beslissingen bij meerderheid aan allen het blokkeringsrecht doet verliezen) Dit is erg : deze grondwet heeft een variabele spanwijdte maar zonder de direkte instemming der volkeren bij elke variatie.
Anderzijds is de regel van de unanimiteit voor de toetreding van een nieuwe lidstaat tot de Unie, een bescherming. Maar het is niet de unanimiteit van de volkeren via referendum geraadpleegd, die vereist is. Het is eerst de unanimiteit van de 25 vertegenwoordigers van de regeringen (waarvan velen niet verkozen zijn en geen enkele met het mandaat om over zo'n belangrijk punt te beslissen). En dan de unanimiteit van de Staten overeenkomstig hun nationale ratificatieprocedures . Enkel de landen die een referendumprocedure hebben zullen hun volkeren rechtstreeks geraadpleegd zien.
Men zou echt zeggen dat de wil der volkeren van weinig tel is voor zij die hen regeren.
Ad4
Vierde principe van grondwettelijk recht : een democratische Grondwet beschermt tegen willekeur door de scheiding der machten (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht) en de onderlinge controle der machten te verzekeren.
"L'esprit des lois" zoals beschreven door Montesquieu is waarschijnlijk het beste idee in de geschiedenis van de mensheid : alle machten neigen van nature, mechanisch tot machtsmisbruik. Het is dus essentieel teneinde de mensen tegen tirannie te beschermen om eerst de machten te scheiden en dan de controle der machten te organiseren. Geen verwarring van de machten en geen macht zonder een tegen-macht.
Zo zegt het volk : " Jij, Parlement, maakt de wetten, maar je voert ze niet uit. En jij, Regering, voert de wetten uit maar kunt ze niet zelf schrijven". Zo heeft geen enkele macht de middelen om op zijn eentje zijn wil op te leggen.
Aan de andere kant, als één der machten oordeelt dat een andere een onaanvaardbaar gedrag vertoont, kan hij hem herroepen : het parlement kan de regering doen vallen en de regering kan het parlement ontbinden. Het is noodzakelijk dat elke macht verantwoording zou zijn verschuldigd en zich op elk moment gecontroleerd weet. Dit is eveneens essentieel.
Het is misschien dit, het beste idee van de wereld. Het idee dat ons van de vrees voor een despoot bevrijdt.
Zelf in het moderne kader van een unie van Staten ziet men niet in waarom deze beschermende principes van gezond verstand hun waarde zouden verloren hebben.
Het evenwicht tussen de drie machten is nochtans moeilijk te vinden.
De wetgevende macht haalt een vorm van legitimiteit uit het algemeen stemrecht en het is verleidelijk om hem sterker te maken dan de anderen. Maar een wetgevende vergadering, zelf legitiem, kan perfekt tiranniek worden omdat het mechanisme van verkiezingen niet fungeert als tegenmacht. Anderzijds is een wetgevende vergadering niet per se de beste plaats om beslissingen te nemen : een zeker groepseffekt of een verwatering van de individuele verantwoordelijkheid op het ogenblik dat collectief moet beslist worden kan tot excessen leiden .
Dit is de reden waarom men vaak grenzen aan de parlementaire macht voorziet ondanks de soevereiniteit die het belichaamt : vaak worden ook twee kamers voorzien (bicameraal systeem) opdat de ene de andere in toom houdt. In Frankrijk is het de Senaat, die eveneens verkozen doch ouder, de matigende rol speelt ten aanzien van de Assemblée Nationale. Echter zonder risico op blokkering ( in geval van meningsverschil is het de Assemblée Nationale die het laatste woord heeft).
Vaak wordt een andere belangrijke begrenzing van de wetgevende macht voorzien : het moet mogelijk zijn de wetgevende vergadering te ontbinden, in de optiek van tegenmachten die de publieke actoren responsabiliseren.
Binnen dit raamwerk (twee kamers en de dreiging van ontbinding) zou het parlement een echte wetgevende rol moeten spelen : met het wetgevend initiatief, de mogelijkheid om in alle domeinen teksten te amenderen, een echte rol in de heffing van belastingen (dit is één van de essentiële oorspronkelijke rollen : het gewicht van de heffingen door de openbare macht controleren)...
Dit is niet precies wat voorzien is in het VGE : het Parlement heeft niet het wetgevend initiatief , wat op eerste zich onaanvaardbaar lijkt. Zijn rol in het stemmen van het budget hoewel wat vergroot, blijft beperkt. Maar vooral wordt het Parlement uitgesloten uit bepaalde domeinen die voorbehouden zijn aan de Raad van Ministers
We moeten zelf een inventaris maken (daar men ons geen lijst verschaft) van de artikelen in het VGE die toelaten om zulke "Europese besluiten" te produceren. Wordt vervolgd...
Men stelt ons dus een "driehoek" voor bestaande uit het Parlement, die de volkeren vertegenwoordigt, de Raad van Ministers, die de Staten vertegenwoordigt en de Commissie die het algemeen belang vertegenwoordigt.
De Commissie is hoofdzakelijk de uitvloeiing van de Raad die de leden ervan benoemt met een recht van zicht van het Parlement die er zelf de Voorzitter van verkiest (op voorstel van de Raad). De Commissie is volledig onafhankelijk. Ze moet van niemand instructies krijgen, maar kan wel herroepen worden door het Parlement via een motie van wantrouwen en elke commissaris kan "ontslaan" worden door de Voorzitter van de Commissie.
Het is de Commissie die de taak heeft van de technische voorbereiding van het recht
en die haar voorstellen voorlegt aan de Raad van Ministers en aan het Parlement, die voorgesteld worden als twee wetgevende organen.
Men stelt de Raad van Ministers voor als een "hoge kamer" die de rol van Senaat zou spelen. Dit is moeilijk aanvaardbaar : ten eerste worden de ministers niet verkozen .maar vooral hebben zij in hun eigen land de uitvoerende macht in handen. Dit wil zeggen dat zij de openbare macht beheersen die hen zal toelaten, wanneer zij naar hun land terugkeren, om de regels uit te voeren die ze zelf gemaakt hebben.
Het zijn dus dezelfde personen die het recht op Europees niveau creëren en die het uitvoeren op nationaal niveau : hier worden de machten vermengd. De Raad van Ministers is een orgaan die duidelijk met het executieve verbonden is en aan wie men een wetgevende rol verleend heeft.
-------
hoop dat ik e e a zo duidelijk heb toegelicht
e e a is een samenvatting van bron:
http://etienne.chouard.free.fr/Europe/Trad...lichtbrengt.htm
Ik bedoel maar,..... als je niet een beetje boel interesse hebt voor dit soort zaken,hoe kan een gewone doorsnee burger hier dan iets van snappen?