Je vrienden bepalen je microbioom — en dat van hun vrienden Onderzoek onder bijna 2.000 inwoners van afgelegen dorpen in Honduras laat zien hoe darmmicroben van de een naar de ander worden doorgegeven. Een gedeelde maaltijd of een kus op de wang verbindt niet alleen mensen, maar ook hun microbiomen. Hoe vaker mensen met elkaar omgaan, hoe meer hun darmmicro-organismen op elkaar gaan lijken. Dat geldt zelfs als ze niet in hetzelfde huis wonen, blijkt uit een nieuwe studie. Het onderzoek toont aan dat je microbioom niet alleen beïnvloed wordt door je directe sociale contacten, maar ook door hun vrienden. Dit onderzoek sluit aan bij ander werk dat suggereert dat de samenstelling van het microbioom niet alleen afhangt van dieet of leefomgeving, maar ook van interacties met anderen. Sociale interacties zijn “een belangrijk stukje van de puzzel dat lange tijd is genegeerd,” zegt Catherine Robinson, microbioloog aan de Universiteit van Oregon, die niet bij het onderzoek betrokken was. Het onderzoek verscheen op 20 november in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. Wat jij hebt, deel je met anderen Het idee voor het onderzoek begon bijna 20 jaar geleden, toen werd gekeken hoe obesitas zich verspreidt in sociale netwerken. Het is bekend dat bepaalde darmbacteriën iemands risico op obesitas beïnvloeden. Nicholas Christakis, sociaal wetenschapper aan Yale University, vroeg zich af of vrienden deze bacteriën aan elkaar doorgeven, naast het beïnvloeden van elkaars eetgewoonten. “Het idee liet me niet los,” zegt hij. Sindsdien hebben meerdere onderzoeken laten zien dat sociale interacties de samenstelling van het microbioom beïnvloeden. Om dit verder te onderzoeken, reisden Christakis en zijn team af naar de jungle van Honduras. Ze onderzochten de sociale netwerken en microbiomen van mensen in 18 geïsoleerde dorpen. Hier worden bijna alle interacties face-to-face gedaan, en mensen worden nauwelijks blootgesteld aan bewerkte voeding en antibiotica die de darmflora kunnen verstoren. “Dit was een enorme klus,” vertelt Christakis. Het team moest werken in een afgelegen gebied en de monsters daarna naar de Verenigde Staten vervoeren voor analyse. De onderzoekers ontdekten dat partners en mensen die samen in een huis wonen, tot 13,9% van dezelfde microbiële stammen delen. Maar ook mensen die niet samenwonen, maar wel regelmatig tijd met elkaar doorbrengen, delen tot 10%. Daarentegen delen dorpsgenoten die weinig contact hebben slechts 4%. Bovendien vonden de onderzoekers transmissieketens: vrienden van vrienden delen meer microben dan je toevallig zou verwachten. Nieuwe inzichten over overdracht Dit soort onderzoek verandert hoe we naar gezondheid kijken, zegt Nicola Segata, computationeel bioloog aan de Universiteit van Trento in Italië. Aandoeningen die gerelateerd zijn aan het microbioom, zoals hoge bloeddruk en depressie, zouden via microbiomen van persoon tot persoon kunnen worden overgedragen. Segata werkte niet mee aan dit onderzoek, maar deed eerder vergelijkbare studies. Bij een aandoening als depressie, die vaak lastig te behandelen is, kan een combinatie van bestaande therapieën met behandelingen gericht op het microbioom mogelijk betere resultaten opleveren, zegt microbioloog Mireia Valles-Colomer van de Pompeu Fabra Universiteit in Barcelona. Toch hoeven mensen niet bang te zijn om andermans microbiomen “op te lopen” via sociale interacties. Sociale contacten zorgen juist voor een uitwisseling van gezonde microben en hebben talloze andere voordelen. Nauwe contacten zijn goed voor ons. Integendeel — ze zijn onmisbaar! Microbioloog Mireia Valles-Colomer Bronmateriaal: Nature