Dag allen,
Misschien kan iemand mij helpen met de volgende oefeningen ?
analogiën
1) verrichting staat tot gevolg , zoals productie staat tot : ... ?
a)aanbod, b) afzet, c) prijs, d) inspanning , e)verrichting
Ik dacht : een verrichting zorgt voor een gevolg, een productie zorgt voor een aanbod.
Het correcte antwoord is echter b
2 ) Toorn staat tot aandoening zoals droefheid staat tot
a) vreugde, b) stemming, c) verdriet, d) woede, e) sterfgeval
Hier kan ik niet echt een verband verzinnen, het antwoord moet b zijn.
wat past niet in het rijtje
1 ) opleiding , studie, propaganda , verkoop , planning
--> antwoord moet verkoop zijn , geen idee waarom
2) hoogmoed, ijver, trots, plicht, drift
--> antwoord moet drift zijn, geen idee waarom
3) reflex , activiteit, echo,zelfbediening, spiegel
--> antwoord is activiteit, wederom geen idee .
Alle redeneerswijzen zijn welkom !!
@ mods: ik wist niet echt onder welk ' vakgebied ' ik dit moest plaatsen, daarom maar ( redeneren ) genomen