Regelmatig spreek ik mensen die menen dat het leven door toeval is ontstaan. Ik vraag me dan af of toeval wel een oorzaak kan zijn.
De Van Dale definieert 'toeval' als volgt:
Gebeurtenissen worden achteraf pas 'toevallig' genoemt, je zegt niet "het universum gaat toevallig ontstaan" of "ik ga Jan toevallig ontmoeten in de winkel", maar: "het universum is door toeval ontstaan'' & "wat een toeval dat ik Jan in de winkel zag"toe·val1 (het ~)
1 gebeurtenis of omstandigheid die vooraf niet te voorzien, niet te berekenen is geweest => coïncidentie, een samenloop van omstandigheden
Maar ik had kunnen weten dat Jan naar de winkel zou gaan, bijv. door hem die dag te bellen en simpelweg te vragen wat ga jij vandaag allemaal doen? Deze informatie of 'dit bruggetje' ontbrak echter toen ik onze ontmoeting toevallig noemde.
Beide hadden we onze dag gepland of 'gedetermineerd', maar juist op het moment dat we elkaar treffen in de winkel wordt het ineens 'toeval' [rr]
Mijn vraag luidt kortom:
Kan toeval een oorzaak van een gebeurtenis zijn of berust het toekennen van toeval als oorzaak op een gebrek aan kennis?