Plaats in deze topic je vragen en opmerkingen over de [microcursus] het begrip "MOL" en de bijbehorende oefenopgaven (te vinden onder de cursus).
Er is ook een volledig overzicht van alle cursussen, FAQ's en handleidingen
-----------------------------------------------------------------------------------------
Toen ik dit moest studeren voor mijn examen snapte ik het niet goed. In mijn cursus stond iets heel uitleggend met een ander voorbeeld dan het koolstof atoom. Namelijk:
"Stel dat we zouden beschikken over een balans en een voorraad vrije ongebonden zzurstofatomen(is in de realiteit niet mogelij)k. De relatieve atoommassa van zuurstof bedraagt 15,9996 g. We gieten O-atomen op de balans tot wanneer de uitlezing een massa van precies 15,9996 g weergeeft. Op dat moment hebben we exact 1 mol O-atomen afgemeten"
het is exact hetzelfde als wat voorheen met het koolstof atoom werdt beschreven, maar met deze uitleg snapte ik het meteen en met die van koolstof niet...
Ook handig om te weten: Zoek je een aantal gram van een gegevn stof, dan vermenigvuldig je het aantal mol met de relatieve atoommassa.
vb: 0,22mol C-atomen => 0,22 x 12,0 = 2,64g atomen