Ik had een paar opmerkingen over de cursus (had Jan er eerst al een PB over gestuurd en op zijn advies post ik het nu hier):
1. De tabel met waardes van de sinus cosinus en tangens. Op het middelbaar onderwijs (iig op VWO) wordt er geacht deze tabel te kennen als men de natuurstroom kiest. Nu geef ik toe, dan rekenen we bijna alleen nog maar met radialen dus is de tabel niet in graden, maar in radialen gegeven. Het is vrij lastig je meester te maken van deze tabel, zeker in het begin, dan zie je de verbanden nog niet. Daarom zou ik graag een handig ezelsbruggetje bij deze tabel willen zien, die mij heel erg veel geholpen heeft om deze tabel uit het hoofd te leren. Nu weet ik dat de behandelde stof vooral met de basis van de goniometrie een goede hulp kan zijn, maar dan is mijn vraag waarom de tabel erin staat. Overweeg het eens, hier komt de ezelsbrug:
Eerst schrijf je de bekende hoeken op (dit is eigenlijk het enige wat je uit het hoofd moet leren). Dan schrijf je daaronder sinus, cosinus en tangens. Nu komt het: Schrijf bij de sinus van links naar rechts te beginnen bij de hoek van nul
\(\frac {1}{2} \sqrt {0} = 0\)
, dan
\(\frac {1}{2} \sqrt {1} = 1/2\)
,
\(\frac {1}{2} \sqrt {2}\)
,
\(\frac {1}{2} \sqrt {3}\)
,
\(\frac {1}{2} \sqrt {4} = 2\)
. Heb je eenmaal de sinus ingevuld van 0 tot 90 graden. Ga dan naar de cosinus.
Nu is de cosinus precies het omgekeerde van de sinus, dus nu schrijf je bij de hoek van 0, de hoek van de sinus van 90, hoek van 30, de hoek van sinus van 60. Dus je neemt de eindwaarde van de sinus en werkt zo van rechts naar links en schrijft de opeenvolgende waardes op bij de cosinus.
De tangens is nu wel heel makkelijk, je deelt gewoon de sinus door de cosinus. Dus 0/1 = 0.
\(\frac {\frac {1}{2}}{\frac {1}{2} \sqrt {3}} = \frac {1}{3}\sqrt{3}\)
. Enzovoorts...
2. De tweede tip die ik zou willen geven is een kleine. Namelijk de bgtan notatie wordt, in ieder geval bij ons op school, amper gebruikt. In de hele getal en ruimte methode komt deze notatie nooit voor. Wat zij gebruiken is de
\(\tan^{-1}\frac{O}{A}\)
en misschien moet je er ook bij zetten dat ook de arctangens notatie veel gebruikt wordt, van het latijnse arc = boog, vandaar dus ook de naam bgtan in het nederlands.
3. In de derde klas moesten we heel veel rekenen met hellingspercentages. Ik heb dit niet kunnen terugvinden in de cursus. En zo heel moeilijk is het nu ook weer niet, gewoon de inverse tangens van het percentage/100 nemen. Misschien handig voor een voorbeeld opgave?
Deze tips komen voort bij mijn eigen problemen die ik met de stof, destijds, had. Misschien handig dus om toe te voegen.