ik zou het kunnen simuleren met mathcad. met instantane zwaartekracht is dat simpel je berekent de versnelling en richting van de vernelling op basis van de positie van de massa's op elk tijdsteip en daaruit bereken je simpel de volgende positie en snelheid op t+deltaT. dat heb ik al eerder gedaan in een ander topic.
Deze redenering met die versnelling snap ik niet. Kijk naar vergelijking (7) van het artikel waarnaar ik een link plaatste een paar posts terug. Het is conceptueel niet zo moeilijk. Dezelfde complexiteit heb je ook bij het uitrekenen van stralingspatronen van antennes, daar ga je om het veld te weten op een bepaalde plek ook terugrekenen in de tijd om rekening te houden met de eindige voortplantingssnelheid van EM-golven.HansH schreef: ↑do 19 dec 2024, 21:48 Echter als je te voortplantingssnelheid van de zwaartekacht meeneemt dan wordt het een stuk ingewikkelder. Je moet dan immers de versnellingsvector berekenen op basis van de positie op een aantal tijdstippen geleden en hoe ver je terug moet rekenen in de tijd wordt bepaald door de afstand tot de andere massa ook terug in de tijd. echter terug in de tijd wordt die afstand ook weer een functie van de tijd die je terugrekent zolang het geen exacte cirkelbaan betreft waardoor de afstand gelijk zou blijven. Hoe ik dat moet modelleren ben ik nog niet uit.
Toch heb ik moeite om het te volgen. Dat is helaas bij mij heel vaak zo met volgen van andermans redenaties waarbij vaak denkstappen worden overgeslagen of als vanzelfsprekend worden gezien waardoor ik dan de draad kwijtraak.
het punt is hoever je moet terugrekenen omdat dat een functie is van de afstand tot de teruggerekende positie. immersw dat is wat de massa die aangetrokken wordt 'ziet' van de andere massa. Dus je moet de tijd berekenen die het licht aflegt tot een positie terug in de tijd. dus bij die bepaling verandert ook de afstand en dus weer de tijd die je terug moet rekenen. dat zijn dus 2 onbekenden die je moet oplossen (afstand=F(tijd die je terug moet) en tijd die je terug moet=F1(afstand terug in de tijd) Het gaat er dus om hoe je algoritme qua te volgen stappen eruit ziet wat dat moet doen. zou mooi zijn als we dat kunnen simuleren en dan dde baan die daaruit volgt vergelijken met de baan zonder tijdsvertragingseffect.
Lijkt me vrij simpel. Bovendien zullen de baansnelheden heel klein zijn t.o.v. de lichtsnelheid. Dan kun je uit de afstand de tijdvertraging berekenen en dan met de snelheid op dat moment de positie terugrekenen. Dat zal een heel goede benadering geven.HansH schreef: ↑vr 20 dec 2024, 11:16
het punt is hoever je moet terugrekenen omdat dat een functie is van de afstand tot de teruggerekende positie. immersw dat is wat de massa die aangetrokken wordt 'ziet' van de andere massa. Dus je moet de tijd berekenen die het licht aflegt tot een positie terug in de tijd. dus bij die bepaling verandert ook de afstand en dus weer de tijd die je terug moet rekenen. dat zijn dus 2 onbekenden die je moet oplossen (afstand=F(tijd die je terug moet) en tijd die je terug moet=F1(afstand terug in de tijd) Het gaat er dus om hoe je algoritme qua te volgen stappen eruit ziet wat dat moet doen. zou mooi zijn als we dat kunnen simuleren en dan dde baan die daaruit volgt vergelijken met de baan zonder tijdsvertragingseffect.
het probleem is natuurlijk dat je pas kunt afschatten hoe groot de fout is als je de situatie waarbij je niets verwaarloost vergelijkt met de compromis situatie. dus hoe ga je dan bewijzen dat het een goede benadering is?
Die fout zal erg klein zijn vergeleken met de afwijking tussen het geval waarin je de kracht laat wijzen richting momentane positie en de positie op lichttijd eerder. In het eerste geval krijg je een gesloten baan, in het tweede geval niet.
ok blijkbaar te lastig om die conclusie hier kort samen te vatten. ik lees dat niet aan de wetren van kepler voldaan wordt, maar ik lees niet of dat nu wel of geen probleem is. verder zie ik ook geen duidelijke conclusies in het verhaal.