Die vraag kan je dan voor wat betreft de electromagnetische interactie deels herformuleren als wat gebeurt er als de fijnstructuurconstante \(\alpha\) verandert met
\[
\alpha = \frac{e^2}{4 \pi \epsilon_0 \hbar c}
\]
waarbij:
- \( e \): De elementaire lading (\( 1.602 \times 10^{-19} \, \text{C} \)).
- \( \epsilon_0 \): De permittiviteit van het vacuüm (\( 8.854 \times 10^{-12} \, \text{F/m} \)).
- \( \hbar \): De gereduceerde Planck-constante (\( 1.055 \times 10^{-34} \, \text{Js} \)).
- \( c \): De lichtsnelheid in vacuüm (\( 3.00 \times 10^8 \, \text{m/s} \)).
De numerieke waarde van \( \alpha \) is ongeveer in ons universum
\[
\alpha \approx \frac{1}{137.035999}
\]
Daar is veel over geschreven.