Maar bedoel je met die methode dan hulpmiddelen en procedures of wetenschapsfilosofie en paradigmata? De voorbeelden die je in je tweede post noemt zijn immers van een wat verschillende aard: de eerste vier zijn weinig meer dan een manier om de integratie van het gebruik van computers in de wetenschap te voltooiden; de vijfde (return of the subjective) zou echt een heel andere notie van wetenschap betekenen - dit heeft Brinx al gezegd, maar daar is niet op gereageerd.Ik had het dus over de wetenschappelijke methode en hoe deze over tijd veranderde. Niet de wetenschappelijke resultaten of de technische innovaties, maar de manier waarop men wetenschap beoefend.
De lijst die je voor da_doc aanhaalt kampt met hetzelfde probleem in mijn ogen. (Ik ben blij dat de lijst 'niet eens volledig' is trouwens; waar zou geschiedenis goed voor zijn als de wetenschap er zo weinig van had!) 'Hypothesis/prediction' is een wetenschapsfilosofische notie - hier ironisch genoeg (maar wel terecht) geplaatst in 1687, het jaar van precies die wetenschapper die zei: "hypotheses non fingo" - evenals 'necessary repeatability' en 'falsifiable testability'; bibliotheken en tijdschriften zijn weer gewoon hulpmiddelen. Niet dat instituties en structuren niet van levensbelang zouden zijn voor de wetenschap, maar het is wat anders dan wetenschapsfilosofie. Point being: het gaat om twee verschillende vragen.
Als je schrijft: "wij herkennen de wetenschap van 4000 of 400 jaar geleden amper als daadwerkelijk wetenschap", prijs ik dat aan de ene kant als een impliciete blijk van het noodzakelijke historisch besef - je bedoelt immers: wetenschap heeft niet altijd in de huidige vorm bestaan. En zo is het. Maar pas op dat je geen al te grote discontinuïteit suggereert: ten eerste is '400 jaar' wat ongelukkig gekozen; en ten tweede zijn er wel degelijk tot op zekere hoogte 'constanten' aan te wijzen. Aristoteles was ook al empirist. Wat hij schreef, zullen de meesten wel degelijk herkennen als weliswaar niet allemaal wáár, maar wel als wetenschap.