Klopt het dat de kans op knik verkleind wordt zodra het traagheidsmoment vergroot wordt?
Bijvoorbeeld als je een gewone koker hebt met lengte X welke je op zijn lange, platte zijde belast zal eerder knik optreden dan dat je hem over de lengte met ribben zal verstevigen. Met deze ribben vergroot je het traagheidsmoment ook.
Toetsing op kippen en knikken zijn beiden stabiliteitstoetsen.
Uitknikken treedt alleen op bij staven die op normaalkracht worden belast (evt in combinatie met buiging). Een drukkracht in de x-as van de staaf dus.
Wanneer een ligger wordt belast met een moment (buiging) kunnen liggers eventueel uitkippen. Hierbij wordt de bovenflens van een profiel dermate hoog op druk belast dat deze naar de zijkant wil uitkippen. Hierbij wil de ligger min of meer torderen om zijn lengte-as. Gezien kokers een hoge torsiestijfheid hebben zul je bij dit profieltype er niet gauw last van hebben.
Wanneer een koker op buiging belast en kip treedt niet op dan zal de koker eerst elastisch vervormen, vervolgens plastisch totdat hij uiteindelijk bezwijkt. Dit heeft echter weer met de buigsterkte van een profiel te maken en niet direct met het traagheidsmoment.
Dit laatste bezwijkmechanisme noemen we echter niet knikken, maar misschien is hier de verwarring ontstaan