Wat is het Leven?
Wat is datgene wat iets doet leven? Wat is die geheimzinnige kracht, energie of intelligentie, die de levende van de dode materie onderscheidt? Dit zijn vragen waar ieder mens vroeg of laat tegenaan loopt. Hierbij moet ik onwillekeurig terug denken aan de tijd, dat ik zaterdags 's morgens met mijn jongste dochtertje wel eens samen in bad zat. Heerlijk rustig. Iedereen in huis sliep dan nog, geen verkeer op de weg. Dat waren momenten waarop we over onverwacht serieuze dingen met elkaar wat konden keuvelen.
"Loesje, denk je dat jouw fietsje leeft?", was zo'n vraag waar we ons wel eens mee bezig hebben gehouden. "Ik denk het wel, want die kan rijden, bellen..." was haar argeloos antwoord. Voor ons volwassenen klink dit natuurlijk nogal naief. Toch is het een zelfde soort reactie, die wij ook vaak geven, als we het bijvoorbeeld over onze auto hebben, die er geen zin in blijkt te hebben op een koude winterdag. Ik had Loesje snel overtuigd van het feit dat niet de fiets zelf leefde, maar dat zij het was die fietste en belde, en zo de fiets deed leven. Zij was dus het leven van haar fiets. Als zij er niet op zat, dan was deze dood. We gingen echter een stapje verder. Ik vroeg haar of zij zich kon voorstellen dat het hondje van de buren dood zou zijn en of zij ook kon zeggen wat het verschil nu was tussen het hondje dat op het ene moment nog blaft en rond rent en op het volgende moment roerloos op de grond blijft liggen, omdat het net gestorven is. Daar had zij geen antwoord op. Loesje is echter een gelovig meisje en nam volledig genoegen met het antwoord, dat het hondje op zichzelf eigenlijk maar dode stof is, net als haar fietsje, maar dat het kan leven, omdat God in dat hondje aanwezig is en het (be)leeft, want God is het Leven. Veel mensen van tegenwoordig zullen geen genoegen nemen met een dergelijk antwoord. Het antwoord sluit voor hen niet aan bij de wereld waarin zij leven. Ik wil daarom hierop wat dieper ingaan, om het wat dichter bij onze belevingswereld te brengen.
We zullen het er wel over eens zijn, dat in ons voorbeeld van het hondje, blaffen en rennen niet het leven zelf is. Het zijn de verschijnselen er van. Maar wat is het leven dan wel? Deze vraag is niet rechtstreeks te beantwoorden. Ik wil daarom wat voorbeelden geven, waardoor we steeds meer de kern naderen. Laten we eens in gedachten een wetenschappelijk onderzoek instellen. We gaan twee precies dezelfde hondjes, waarvan de ene nog leeft, en de andere net dood is, volledig ontleden. Wat voor verschil zullen we dan ontdekken? Wel ik vrees van niets! Het leven is op de een of andere manier niet materieel vast te stellen. Ik wil een andere analyse doen, die ons mogelijk wat verder op weg helpt. Neem als voorbeeld twee boekjes uit de 'boeket' reeks. Op het eerste gezicht zien die er hetzelfde uit. We kunnen ze op een natuur- of scheikundige manier wetenschappelijk analyseren en ontdekken, dat de samenstelling ervan praktisch hetzelfde is. Papier, inkt en nog veel meer organische en anorganische stoffen, die naarmate de analyse dieper gaat steeds meer op elkaar gaan lijken, zoals zuurstof, waterstof en koolstof atomen. De samenstelling van de boekjes lijken zo goed als dezelfde. We zouden kunnen concluderen, dat de boekjes hetzelfde zijn. We moeten ons echter afvragen of we wel de juiste methode hebben gebruikt om deze boekjes te onderzoeken. Want als je ze zou lezen, konden ze wel eens heel verschillend blijken te zijn. Bij de een voel je de spanning van een avonturen roman en bij de ander zie je de beelden van een prachtig natuurgebied. Wel een groot verschil, dat kennelijk niet in de materie van de boekjes zit besloten. Niet de inkt of de bladzijden, maar de vorm waarin de ink verdeeld is over de bladzijden, maakt het verschil uit. Het zit hem in de betekenis van de vele symbolen, welke we daar in de vorm van letters en tekens tegen komen. Het is de informatie welke het onderscheid maakt. Zij is niet materieel te meten.
Een ander voorbeeld, dat ons nog wat dichter bij het verschijnsel 'leven' kan brengen, is het volgende. Neem eens een computer. Je schaft zo'n ding aan, je zet hem op je buro en schakelt hem in. Wel, je zult dan al snel ontdekken, dat het ding helemaal niet doet wat je wilt. Hij doet niets, hij is dood totdat je hem op de juiste manier van een programma hebt voorzien. Je kunt je vervolgens afvragen wat het verschil is tussen een computer met of zonder dat programma. Je kunt net als bij het voorbeeld van de boeken een wetenschappelijk onderzoek instellen. Je kunt het elektrisch schema bestuderen, je kunt de computer open maken en er in kijken. Je kunt hem diepgaand analyseren. Je zult dan al snel tot de ontdekking komen, dat met of zonder programma de samenstelling van de computer helemaal hetzelfde is. Tot zelfs op het molecuul- of atoom-niveau toe! Er is werkelijk met de beste wil van de wereld geen verschil te ontdekken! Zelfs de geheugens hebben precies dezelfde chemische samenstelling. Niets te ontdekken van het programma en toch leeft de machine nu wel en doet het precies wat je wilt. Het verschil zit hem dus kennelijk in het programma. Er is van buiten af informatie aan de computer toegevoegd. De machine kan dit niet zelf. De gebruiker moet dit doen. De computer is uit zichzelf tot niets in staat! Alles wat het kan moet er als informatie ingebracht worden. Het programma wordt bedacht door mensen, misschien wel een hele afdeling specialisten, die jarenlang hieraan ontwikkelen. Het is alsof bij het laden van het programma de kennis van die mensen in de machine wordt gegoten, waardoor deze gaat leven. De machine zelf is dood, maar met een programma komt zij tot leven.
Wel, nu nog een stapje verder. Wanneer je een mens bestudeert, dan zul je ontdekken, dat een mens uit ongeveer 66 biljoen (=66 000 000 000 000)cellen bestaat. Het merkwaardige is, dat al deze cellen op de een of andere manier van alles van elkaar moeten weten. Wanneer na de conceptie het lichaam gaat groeien, ontstaat er een mens met op de juiste plaats zijn hart, hersenen, benen, armen enz. enz. Elke cel weet kennelijk precies waar het thuis hoort en wat er van hem verwacht wordt. Wanneer er bij een verwonding een aantal cellen beschadigd of weggerukt worden, dan weten de buur-cellen precies wat ze moeten doen om het lichaam weer helemaal in de oorspronkelijke staat te herstellen. Zo nauwkeurig zelfs, dat bijvoorbeeld de vingerafdruk weer helemaal gereconstrueerd wordt! Stel je eens voor 66 miljoen keer miljoen cellen, welke ieder voor zich afzonderlijk precies weet wat zijn taak is in het grote geheel. Begint het je al te duizelen? Het gaat echter nog verder. Je moet weten dat elke cel weer bestaat uit ongeveer 5 miljard atomen, dus net zoveel atomen als er mensen zijn op aarde. De processen die zich in elke cel afspelen, worden door die cel bestuurd. Deze 66 biljoen cellen krijgen allemaal die grondstoffen toegediend welke nodig zijn om goed te kunnen functioneren. Van elke hap eten, van elke ademtocht lucht krijgt iedere cel zijn deel! Wel een zeer indrukwekkende logistiek! Denk eens aan de problemen die wij tegen komen bij de voedseldistributie in de derde wereld in de hongersnoodgebieden. Hoe moeilijk het is om dit goed te doen en dat is nog maar een klein deel van de 5 miljard aardbewoners. 66 Biljoen is ongeveer 10 000 maal het aantal mensen op aarde!
Wat je uit het voorgaande kunt constateren is, dat een menselijk lichaam kennelijk een enorme hoeveelheid informatie bevat. Informatie welke net als bij het voorbeeld van de computer niet van hemzelf afkomstig kan zijn. Deze informatie moet er op de een of andere manier ingebracht zijn. Wanneer en hoe? Informatie welke mogelijk weer verdwijnt als de mens sterft. En omdat deze informatie niet materieel van aard is, kun je deze ook niet wetenschappelijk- analytisch vaststellen. Wel de uiterlijke verschijnselen ervan, zoals praten, denken en lopen, maar niet de informatie zelf. Om een nog helderder kijk hierop te krijgen, is het zaak de informatie duidelijk van de informatiedrager te scheiden! De mens blijkt slechts de drager te zijn van een inmense hoeveelheid informatie, welke niet van de mens zelf afkomstig is, maar ergens vandaan moet zijn gekomen. Er moet dus ergens een geweldige kennisbron zijn, die voor onze informatie, ons programma, verantwoordelijk is.
Nu eerst even wat anders, wat nodig is het beeld kompleet te krijgen. Wanneer ik iemand een telefoontoestel zou geven en hem zou vragen zijn eigen nummer te draaien, dan gebeurt er binnen in die persoon iets heel bijzonders. Doe het maar eens. Je zult zien dat, terwijl je dit doet, je het nummer tegen jezelf eerst moet voorzeggen. Let daar maar eens op. Het gaat niet zonder dat je tegen jezelf praat. Dat blijkt onmogelijk te zijn! Hieruit zou je kunnen opmaken dat, voordat je iets doet of voordat er iets gebeurd, er kennelijk eerst een geestelijke activiteit aan vooraf moet gaan. Dat is een hele belangrijke constatering. Er is in deze wereld dus niets intelligents, dat vanzelf tot stand komt! Hoe complexer de gebeurtenis of het werk hoe meer geestelijke arbeid er aan vooraf gaat. Wanneer je bijvoorbeeld een huis wilt bouwen, dan zul je eerst gaan nadenken wat je nu eigenlijk wilt en een ontwerp (laten) maken, dan ga je een aannemer zoeken, een stukje grond kopen enz. enz. enz. Pas na veel ordenen en regelen komt het huis tot stand. Wanneer we zomaar een hoop stenen ergens wegleggen, dan kunnen we lang wachten voordat het gewenste huis uit zichzelf ontstaat. Chaos ontstaat wel vanzelf, orde echter niet, daar is intelligentie of informatie voor nodig! Zelfs van een kind kun je niet verwachten dat zij denkt dat een huis vanzelf 'groeit'. Er zijn echter mensen die denken dat een bloem vanzelf groeit! Dat is in feite net zo naïef als iemand die denkt dat een huis vanzelf groeit! Niets wat ordelijk verloopt gaat vanzelf, daar is eerst geestkracht aan vooraf gegaan. Een bloem heeft een zeer complex programma, dat hem is gegeven. Informatie die bijvoorbeeld kan zijn opgeslagen in zijn zaadjes of blaadjes. Alles wat leeft, dat mogelijk voor de argeloze toeschouwer vanzelf lijkt te gaan, heeft een intelligent 'programma van leven' gekregen.
En dan tot slot nog het volgende. Waar je ook kijkt, overal blijkt leven en intelligentie aanwezig te zijn. Ook op die plaatsen waar wij het als mensen helemaal niet vermoeden. Neem bijvoorbeeld eens een stuk metaal. Het lijkt dood en massief, maar niets is minder waar. Vergroot het maar heel sterk en je zult een wereld zien die volop leeft. Je ziet atomen als kernen, waar omheen elektronen draaien. En de kern op zijn beurt bestaat weer uit een groot aantal elementaire deeltjes, die door allerlei krachten bij elkaar worden gehouden. Zo'n atoom is heel erg intelligent, het weet precies wat het moet doen. Wanneer je een wetenschappelijke verhandeling over het wezen van een atoom zou lezen, dan heb je al gauw een flink boekwerk te pakken, waarin hele ingewikkelde relaties beschreven staan. Zo'n atoom heeft een ingewikkeld programma! Een atoom leeft! Overal is leven, alles wordt bestuurd! Ik wil hier graag een uitspraak aanhalen van één van onze grootste wetenschappers en nobelprijs winnaar Max Planck, die eens heeft gezegd: "Er bestaat geen materie op zich! Alle materie ontstaat en bestaat slechts door een kracht die de atoomdeeltjes aan het trillen brengt en ze in het nietigste zonnesysteem van het atoom bijeen houdt. Aangezien echter in het hele heelal geen intelligente kracht en evenmin een eeuwige kracht op zichzelf bestaat, moeten wij achter deze kracht een bewuste en intelligente geest vermoeden. Deze geest is de oergrond van alle materie. Aangezien geest op zichzelf niet kan bestaan, maar iedere geest bij een wezen behoort, moeten wij beslist aannemen, dat er een geestwezen bestaat. Het atoom opent de mensheid de deur naar de verloren en vergeten wereld van de geest." Einde citaat.
Een intelligente geest dus als oergrond van de materie, die overal leven wekt. Ook daar waar je het niet verwacht. Een geestwezen die niet alleen in alles aanwezig is in de vorm van intelligentie of levensprogramma, maar ook als oerintelligentie aan de basis staat van alles wat er is. Net als bij het eerder genoemde voorbeeld van het bouwen van een huis, is de oergeest de oorzaak die vooraf al aanwezig moet zijn geweest, om alles uit te denken te doen onstaan, te onderhouden en te ontwikkelen. Een geest die er zelfs nog zal zijn, als al de zichtbare materie mogelijk eens voorbij zal zijn gegaan.
Voor ons is het heel moeilijk zo'n oergeest of oerintelligentie voor te stellen, die er altijd al geweest moet zijn geweest, ook toen er nog geen materie was. Toch is dit de richting die je op dient te gaan, als je zoekt naar de wortels van het leven zelf, ons leven en ons bestaan. Zolang de mens bestaat is zij op zoek naar haar bron. Wetenschap en religie gaan hand in hand bij het zoeken naar antwoorden op deze levensvragen. Antwoorden welke door de tijden heen steeds wisselen, afhankelijk van ontwikkeling en cultuur. Wat opmerkelijk is en steeds in de formuleringen terug komt, zijn de termen oneindig en eeuwig. Net alsof wij iets willen beschrijven wat één dimensie hoger ligt dan de mens kan bevatten. Dat blijkt dan ook zo te zijn! Want wij hebben onszelf niet voorzien van het programma van leven. Dat komt vanuit een hoger niveau. Dat deed en doet nog steeds de grote oergeest die de basis is van het universum. Deze Geest kom je tegen in diverse godsdiensten en culturen. Vaak onder verschillende benamingen, zoals de Bron, de collectieve geest, de innerlijke stem, intuïtie, moeder natuur, enz. enz. Velen noemen deze bron: God de Schepper. In de christelijke traditie, waar wij als westerlingen het meest mee vertrouwd zijn, kom je in de Bijbel een God tegen, die van zichzelf zegt, dat Hij het Leven is.
Hiermee zijn we dan weer terug bij het begin van deze uiteenzetting, bij de vraag van mijn dochtertje wat de mens nu eigelijk doet leven. Mijn antwoord was: "God, want God is het Leven." Ik hoop dat u zich dit nu enigszinds kunt voorstellen, waarmee wij tenslotte terecht zijn gekomen op het terrein van de religie, dat je kunt beschouwen als een wetenschap dat zich bezig houdt met de zin van het leven. Wetenschap en religie komen steeds dichter bij elkaar.
Bron:
http://home.wxs.nl/~bramjans/leven.htm