Re: Biljartballen Probleem
Geplaatst: di 03 jan 2006, 14:59
Omdat de ballen 1,2 en 3 geen afwijkend gewicht hebben.hoe weet je bij a.2 dat ie lichter is?
Omdat de ballen 1,2 en 3 geen afwijkend gewicht hebben.hoe weet je bij a.2 dat ie lichter is?
Of:TD! schreef:Goed, dan maar verder...
b) > -> het zit in {1 2 3 4} en is te zwaar of in {5 6 7 8} en is te licht
-> tweede weging: 1 2 8 <-> 4 5 10
b.1) = -> het is 3 (zwaar) of een van {6 7} (licht).
-> derde weging: 6 <-> 7
b.1.1) = -> 3 (zwaar)
b.1.1) < -> 7 (licht)
b.1.1) > -> 6 (licht)
Omdat bovenstaande bewerking ons in situatie 1a niet tot het gewenste resultaat leidt pakken we TD's oplossing erbij (die volgens mij helemaal klopt, maar die in stukken gepresenteerd werd, waardoor men, in combi met Math's stukje, in deze topic het bos door de bomen niet meer ziet):Math schreef:Verdeel de twaalf ballen eerst in drie groepen van elk vier: A, B en C. Weeg vervolgens groep A en B met elkaar. Hierbij kunnen de volgende situaties ontstaan:
(1) groep A en B wegen even zwaar:
Dit betekent dat de bal met een ander gewicht in groep C moet zitten. We nemen nu twee ballen uit groep C (aangeduid met C1 en C2) en wegen die tegen twee ballen uit groep A (aangeduid met A1 en A2 en waarvan we al weten dat ze een correct gewicht hadden). Wederom zijn er twee verschillende resultaten mogelijk:
(1a) C1 + C2 zijn even zwaar als A1 + A2:
Dit betekent dat C3 of C4 de bal is met een afwijkend gewicht. Nu kunnen we dit na gaan in een derde weging, waarbij we bijvoorbeeld C3 wegen tegen A1 (= een correct bal). Als deze gelijk gewicht hebben is C4 de afwijkende bal en anders C3. Dit klopt niet: C3 wordt in de tweede weging gewogen en daaruit blijkt of hij zwaarder of lichter is. Echter C4 werd nooit gewogen. Deze blijft dus onbekend.
(1b) het gewicht van C1 + C2 is verschillend van A1 + A2:
Dit betekent dat C1 of C2 de bal is met een verschillend gewicht. Nu kunnen we dit na gaan in een derde weging, waarbij we bijvoorbeeld C1 wegen tegen A1 (= een correcte bal). Als deze gelijk gewicht hebben is C2 de afwijkende bal en anders C1. Dit klopt. We weten immers of C1 en C2 samen zwaarder of lichter zijn dan A1 en A2.
(2) A en B hebben een verschillend gewicht:
Noem de lichte groep: A, en de zwaardere groep: B. Nu weten we dat de overgebleven groep C uitsluitend uit correcte ballen bestaat. Voer vervolgens de volgende weging uit: neem twee ballen uit groep A en twee ballen uit groep B (te weten: A1, A2, B1 en B2) en weeg ze tegen een bal uit A, een bal uit B en twee ballen uit C (A3, B3, C1, and C2). Nu kunnen de volgende drie situaties ontstaan:
(2a) A1 + A2 + B1 + B2 zijn even zwaar als A3 + B3 + C1 + C2:
Dit betekent dat A4 of B4 de bal is met een afwijkend gewicht (en we weten ook dat A4 lichter moet zijn of B4 zwaarder moet zijn). Nu kunnen we dit na gaan in een derde weging, waarbij we bijvoorbeeld A4 wegen tegen C1 (= een correct bal). Als deze gelijk gewicht hebben is B4 de afwijkende bal (zwaarder) en anders A4.(lichter)
(2b) A1 + A2 + B1 + B2 zijn lichter dan A3 + B3 + C1 + C2:
Dit betekent dat of A1 of A2 een afwijkend gewicht heeft (lichter) of B3 van een afwijkend gewicht is (zwaarder). Nu kunnen we A1 + B3 tegen C1 + C2 wegen, hetgeen de volgende situaties kan opleveren:
(2bi) A1 + B3 zijn even zwaar als C1 + C2:
Dit betekent dat A2 een afwijkend gewicht heeft (en lichter is).
(2bii) A1 + B3 zijn lichter dan C1 + C2:
Dit betekent dat A1 een afwijkend gewicht heeft (en lichter is).
(2biii) A1 + B3 zijn zwaarder dan C1 + C2:
Dit betekent dat B3 een afwijkend gewicht heeft (en zwaarder is)
(2c) A1 + A2 + B1 + B2 zijn zwaarder dan A3 + B3 + C1 + C2:
Analoog aan 2b...
bron
Dit breiden we voor de duidelijkheid uit met:TD! schreef:Ga uit van de weging die ik voorstelde, dus 1 2 3 4 <-> 5 6 7 8.
a) = -> bal zit in {9 10 11 12}
-> tweede weging: 1 2 3 <-> 9 10 11
a.1) = -> het is 12
-> derde weging om licht/zwaar te bepalen
a.2) > -> bal zit in {9 10 11} en is te licht
-> derde weging: 9 <-> 10 (etc)
a.2.1) = -> 11 is te licht
a.2.2) > -> 10 is te licht
a.2.3) < -> 9 is te licht
a.3) < -> bal zit in {9 10 11} en is te zwaar
-> analoog aan a.2
b) > -> het zit in {1 2 3 4} en is te zwaar of in {5 6 7 8} en is te licht
-> tweede weging: 1 2 8 <-> 4 5 10
b.1) = -> het is 3 (zwaar) of een van {6 7} (licht).
-> derde weging: 6 <-> 7
b.1.1) = -> 3 (zwaar)
b.1.1) < -> 7 (licht)
b.1.1) > -> 6 (licht)