sciencetalk

Mede filosofen,

Het is me niet duidelijk of de uitspraak:“De tweede les is dat innovatie iets fantastisch is.” Een analytische of een synthetische uitspraak is.

De uitspraak is afkomstig uit een artikel waarin de auteur pleit voor innovatie maar ook onderkend dat een innovatieproces zich te snel kan voltrekken. Op basis van deze gegevens kun je denken dat de uitspraak synthetisch omdat het na waarneming pas duidelijk wordt of de uitspraak waar of onwaar is.

Aan de andere kant is de letterlijke betekenis van innovatie: vernieuwing en verbetering. Zo kan de uitspraak op basis van de begrippen juist zijn want vernieuwing en verbetering zijn toch 'fantastisch'....

Hier loop ik een beetje vast, ben ik helemaal verkeerd aan het denken of zijn beide antwoorden mogelijk o.b.v. interpretatie?

Alvast bedankt!

Er staat twee keer "is" in de zin. Welke vormt het probleem?

Ik begrijp je niet helemaal.....

Het artikel geeft in een twee delen antwoord op de vraag of de auteur (Naut Wellink, financieel toezichthouder) lering heeft getrokken uit de financiële crisis. Het tweede deel van het antwoord gaat over innovatie en of deze al dan niet te snel verlopen is. Dan zou de eerste 'is' (De tweede les is dat innovatie iets fantastisch is) op het probleem slaan??

Je vraagt je dus af of het predicaat fantastisch een analytisch of een synthetisch oordeel is?

Bedankt voor jullie reacties,

Sorry als de vraag wat vaag geformuleerd is, nogmaals een poging!

Ik heb een artikel gekregen, geschreven door Nout Wellink. Aan de hand van dat artikel moet ik een aantal opdracht maken....

Een van de opdrachten luidt als volgt: "3. Bekijk de zin “De tweede les is dat innovatie iets fantastisch is.”

a. Is dit een analytische of een synthetische uitspraak? Leg je antwoord uit".

Met in het achterhoofd dat Nout Wellink innovatie dus iets vind dat fantastisch is, mits het innovatieproces niet te snel verloopt.

Is deze uitspraak een duidelijk synthetische/ analytische uitspraak? Of is voor beide wat te zeggen afhankelijk van de argumentering.

Is het zo duidelijker?

Allebei synthetisch. Innovatie is niet inherent fantastisch, en het is niet eigen aan tweede lessen om over innovatie te gaan.

Bedankt voor jullie reacties!

Vervolgens wordt aan deze uitspraak een vraag gekoppeld of deze uitspraak aan het verificatieprincipe zoals de logisch-positivisten die aanhangen voldoet. Uitspraak: “De tweede les is dat innovatie iets fantastisch is.”.

Volgens mij voldoet deze uitspraak wel aan het verificatieprincipe. Ik heb hier alleen geen goede onderbouwing voor. Kan iemand mij hiermee op weg helpen?

Alvast bedankt!

Hoe wordt het verificatieprincipe volgens de logisch-positivisten precies geformuleerd? Als je dat weet kun je nagaan of, en in hoeverre, de uitspraak "De tweede les is dat innovatie iets fantastisch is" daaraan volkdoet