Bij veel kolonie-insecten (bv, mieren en wespen) zijn het overgrote deel van de vrouwtjes onvruchtbaar.
Dit lijkt onlogisch volgen Darwins logica, omdat volgens het Darwinisme een organisme alleen maar
bestaat om zijn genen door te geven (voorplanten dus).
Deze inconsistentie kan worden opgelost met drie mogelijke theoriën;
1-Deze onvruchtbare vrouwtjes dragen 50% van de genen van de koningin, dus als de koningin zich kan
voorplanten gaan er 25% van de genen van de onvruchtbare vrouwtjes, onrechtstreeks toch naar de
volgende generatie (dit is simpele wiskunde). Dus daarom hebben deze onvruchtbare vrouwtjes er
alle baat bij de koningin te beschermen.
2-Deze inconsistentie komt door een fout in het evolutie-proces. Dit is wel heel erg onwaarschijnlijk,
omdat heel veel kolonie-insecten het zelfde doen en de meeste onhafhankelijk van elkaar tot
kolonie leven geëvolueerd zijn.
3-Door een rede die ons nog onbekend is.
Dank om te lezen, Dai.