polarisatie van carbonylgroep amide door zinkion
Geplaatst: vr 22 jan 2016, 12:45
Ik probeer te achterhalen hoe een Zn2+bijdraagt aan de afbraak van een peptide door een carboxypeptidase. Tot zover ik het kan volgen zijn amides relatief stabiele verbindingen. Hiervoor is resonantie verantwoordelijk. Electronen paar kan zich over de ring verdelen waarbij er een positieve lading ontstaat op het N atoom en negatieve lading op het O atoom. Ik ben me er van bewust dat dit geen invloed heeft op dipole-dipole interacties. De negatieve en positieve ladingen zijn niet aanwezig als ¨individuele componenten¨ en de lading van het molecuul als zijn geheel is neutraal.
Het zinkion maakt het mogelijk dat de amideverbinding toch afgebroken kan worden. Het ion is dus in staat om de structuur te destabiliseren. In mijn boek wordt over het volgende gezegd:
Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet heel erg goed bekend ben met het begrip polarisatie, vooral in deze context. Ik begrijp dat het O-atoom van de carbonylgroep twee vrije electronen paren bezit. Hierdoor bezit het koolstofatoom een partiële positieve lading (delta +) en zuurstof een partiële negatieve lading (delta -).
Wat er plaatsvindt bij de hydrolise van de verbinding, is dat het vrije elektronen paar van N in de binding met C gaat zitten (hierdoor ontstaat er een dubbele binding), raakt N positief geladen. Eén elektronenpaar uit de C=O verbinding zal naar de O gaan. Hierdoor zal O een negatieve lading krijgen.
Ik vraag me nu af hoe ik het werk van het zinkion juist kan beschrijven. Wat doet zink wat deze reactie vergemakkelijkt? Zink polariseert het O-atoom, betekent dit dat het meeweerkt om het O-atoom negatief te krijgen. Dus helpt bij de verplaatsing van het elektronenpaar uit de dubbele binding naar O? Is het zo dat de positieve lading van het zinkion electronen naar O krijgt en het negatiever krijgt, of heb ik het dan totaal bij het verkeerde eind.
Alvast bedankt voor de hulp!
Het zinkion maakt het mogelijk dat de amideverbinding toch afgebroken kan worden. Het ion is dus in staat om de structuur te destabiliseren. In mijn boek wordt over het volgende gezegd:
Hydrolisis of the terminal peptide bond then takes place aided by the zinc ion, which plays a crucial role in the mechanism by polarizing the carbonyl group and making the amide group more suceptible to hydrolysis. (An introduction to Medicinal Chemicstry by Graham L. Patrick 5th edition).
Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet heel erg goed bekend ben met het begrip polarisatie, vooral in deze context. Ik begrijp dat het O-atoom van de carbonylgroep twee vrije electronen paren bezit. Hierdoor bezit het koolstofatoom een partiële positieve lading (delta +) en zuurstof een partiële negatieve lading (delta -).
Wat er plaatsvindt bij de hydrolise van de verbinding, is dat het vrije elektronen paar van N in de binding met C gaat zitten (hierdoor ontstaat er een dubbele binding), raakt N positief geladen. Eén elektronenpaar uit de C=O verbinding zal naar de O gaan. Hierdoor zal O een negatieve lading krijgen.
Ik vraag me nu af hoe ik het werk van het zinkion juist kan beschrijven. Wat doet zink wat deze reactie vergemakkelijkt? Zink polariseert het O-atoom, betekent dit dat het meeweerkt om het O-atoom negatief te krijgen. Dus helpt bij de verplaatsing van het elektronenpaar uit de dubbele binding naar O? Is het zo dat de positieve lading van het zinkion electronen naar O krijgt en het negatiever krijgt, of heb ik het dan totaal bij het verkeerde eind.
Alvast bedankt voor de hulp!