1 van 1

Kan vs kunt

Geplaatst: do 21 sep 2006, 21:09
door jintendo
U kan / U kunt

is er een verschil? Is er eentje beter?

iemand die dit weet?

Re: Kan vs kunt

Geplaatst: do 21 sep 2006, 21:23
door krollie
u kunt is formeler dan u kan. Zie ook deze link: http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/820

Re: Kan vs kunt

Geplaatst: wo 01 nov 2006, 11:21
door Revolution
Maar als je het gewoon in de tweede persoon gebruikt, is er dan een regel voor? Moet het 'je kan' of 'je kunt' zijn? Of kan het beide? En zo ja, zijn er dan nog 'ongeschreven regels', klinkt het ene beter en wordt het daarom meer gebruikt?

Re: Kan vs kunt

Geplaatst: wo 30 jan 2008, 16:15
door Klintersaas
Beide vormen zijn correct, maar soms is er een klein betekenisverschil tussen 'kan' en 'kunt'. Zie hier voor een voorbeeld.

Re: Kan vs kunt

Geplaatst: do 31 jan 2008, 10:25
door Rhiannon
Ben het met je eens Klintersaas. Hetzelfde geldt naar mijn mening voor "u heeft" en "u hebt".

Re: Kan vs kunt

Geplaatst: do 31 jan 2008, 17:10
door Klintersaas
Hetzelfde geldt naar mijn mening voor "u heeft" en "u hebt".
Inderdaad. 'U heeft' is de formele vorm, 'u hebt' de informele. Zie ook hier.

Re: Kan vs kunt

Geplaatst: di 06 mei 2008, 03:56
door Grytolle
enkelvoudsvormen:

ik kan

(du kanst)

hij/zij/het kan

uw edele -> uwé -> u kan

meervoudsvormen:

wij kunnen

jij/gij kunt

jullie kunnen (of, heel archaisch: kunt)

zij kunnen

Verwarring is op den duur onstaan, doordat "jij" gebruikt wordt om naar één persoon te verwijzen, en doordat "u" meer en meer als een tweede persoon aangevoeld werd.

Hoe dan ook: Volg je eigen taalgevoel! Maar als iemand mij hierom vraagt, raad ik hem toch altijd "jij kunt", en "u kan" te gebruiken. De enige uitzondering voor mij is "u bent", doordat "u is" zo ontzettend ongebruikelijk is (toch?). Ter zake doet misschien dat "u hebt" deze regelmaat niet tegenspreekt, want "hebt" is van "hebben", en "heeft" van "heven", en ze zijn allebei zowel tweede als derde persoon enkelvoud. (Zelf gebruik ik echter alleen maar "u heeft")

Dezelfde "regel" kun je natuurlijk ook volgen voor zal (enkelvoud) en zult/zullen (meervoud), en gelijke gevallen.

Slaaptijd!

Re: Kan vs kunt

Geplaatst: di 06 mei 2008, 11:34
door ypsilon
8-) Je schrijft een aantal erg vreemde dingen. Jij/gij is toch écht tweede persoon enkelvoud. En van het werkwoord "heven" heb ik nog nooit gehoord (en de WNT heeft er ook nooit van gehoord). De uitleg die reeds in dit topic gegeven wordt lijkt mij te kloppen.

Re: Kan vs kunt

Geplaatst: di 06 mei 2008, 12:22
door Grytolle
Wat opheldering dan!

"jij/gij" zijn inderdaad enkelvoudsvormen geworden, maar oorspronkelijk zijn ze meervoudsvormen. Hier zijn er nog overbljifsels van:

"Nemen jullie je boeken mee?" <- waar "je" gebruikt wordt als een meervoud.

De overgang in betekenis heeft echter op zich de verbuiging van de woorden veranderd, waarom "gij" nog zo duidelijk op de pluralstam van het werkwoord verbogen wordt:

enkele voorbeelden:

ik kwam (korte a)

wij kwamen (lange a)

gij kwaamt (lange a)

jij kwam

ik was

wij waren (s en r zijn trouwens vaak vervisseld, vergelijk "bevriezen", "bevroren" en het duitse "bevrieren")

gij waart

jij was

Het is echter hieruit duidelijk te zien dat de verandering van de verbuiging van "jij" verder is gekomen dan die van "gij", waarom je nooit "gij kan" hoort, maar wel "jij kan". Dit blijkt ook uit het feit dat de -t verdwenen is van "jij" in de verleden tijd.

over "heven"

het tegenwoordige "hebben" had heel lange geleden een nevenvorm in "heven", waaraan we "heeft" hebben te danken (heev(en) +t => heevt => heeft). In het Zweeds (mijn moedertaal) gebruiken we deze nevenvorm: "hava", vroeger "havan".

"zijn" is trouwens ook en mengsel, van "zijn" (wij zijn, dat er licht zij!), "wezen" ("ik ben wezen zeilen", "wees(t) blij!", "ik ben geweest", "ik was", "wij waren") en "bennen" (ik ben, jij bent).

Re: Kan vs kunt

Geplaatst: di 06 mei 2008, 14:47
door Grytolle
Grytolle schreef:Wat opheldering dan!

"jij/gij" zijn inderdaad enkelvoudsvormen geworden, maar oorspronkelijk zijn ze meervoudsvormen. Hier zijn er nog overbljifsels van:

"Nemen jullie je boeken mee?" <- waar "je" gebruikt wordt als een meervoud.

De overgang in betekenis heeft echter op zich de verbuiging van de woorden NIET veranderd, waarom "gij" nog zo duidelijk op de pluralstam van het werkwoord verbogen wordt:

enkele voorbeelden:

ik kwam (korte a)

wij kwamen (lange a)

gij kwaamt (lange a)

jij kwam

ik was

wij waren (s en r zijn trouwens vaak vervisseld, vergelijk "bevriezen", "bevroren" en het duitse "bevrieren")

gij waart

jij was

Het is echter hieruit duidelijk te zien dat de verandering van de verbuiging van "jij" verder is gekomen dan die van "gij", waarom je nooit "gij kan" hoort, maar wel "jij kan". Dit blijkt ook uit het feit dat de -t verdwenen is van "jij" in de verleden tijd.

over "heven"

het tegenwoordige "hebben" had heel lange geleden een nevenvorm in "heven", waaraan we "heeft" hebben te danken (heev(en) +t => heevt => heeft). In het Zweeds (mijn moedertaal) gebruiken we deze nevenvorm: "hava", vroeger "havan".

"zijn" is trouwens ook en mengsel, van "zijn" (wij zijn, dat er licht zij!), "wezen" ("ik ben wezen zeilen", "wees(t) blij!", "ik ben geweest", "ik was", "wij waren") en "bennen" (ik ben, jij bent).
ben een klein, maar achzo belangrijk woord vergeten :D