Slingerbeweging
Geplaatst: vr 19 sep 2008, 16:16
Kan iemand eens m'n werkwijze controleren? Het volgend fysisch probleem heb'k proberen vertalen in wiskunde. Maar als'k die uitwerk, dan blijkt de uitkomst niet mogelijk.
Een blokje van 2 kg (beschouwd als een puntmassa) hangt aan een touwtje, vastgemaakt aan het plafond. Het blokje wordt vastgehouden in punt A. Dan wordt het blokje afgeschoten met een beginsnelheid van 10m/s. Gevraagd is nu de snelheid in punt C. Hou geen rekening met wrijving. Fysisch gezien is dit heel eenvoudig. Antwoord = 10m/s, behoud van energie. Nu wou ik het eens uitrekenen op een andere manier, zonder formules voor energie-inhoud maar met de formules voor valversnelling. En op punt C aangekomen, heeft het blokje een hogere snelheid dan de beginsnelheid, goed fout dus. M'n werkwijze:
v0= beginsnelheid= 10m/s
r= lengte touwtje= 5m
g= valversnelling= 9.81m/s²
m= massa blokje = 2kg
Vooreest, van het punt A naar B:
Beschouw de val van het blokje als een verticale simpele val, met een aangepaste zwaartekrachtconstante g, die afhankelijk is van de hoek alpha. De aangepaste valversnelling wordt: g*cos(alpha) => in punt a is de valversnelling 9.81m/s², in punt B is deze 0m/s². De aangepaste valvergelijkingen worden:
v=v0+g*cos(alpha)*t
r=v0*t+g*cos(alpha)*t²/2
Uit de 2de vergelijking wordt de positieve tijd gesubstitueerd en in de eerste gestopt:
Als nu alle getallen worden ingevuld bekomt men:
Nu worden beide leden geïntegreerd, om de kwartslag slingerbeweging na te bootsen, het linkerlid van de beginsnelheid tot de gevraagde snelheid, en het rechterlid van 0° tot 90°:
De gevraagde snelheid in punt B blijkt: 11.82609558m/s
Nu, van het punt B naar C: 2 dingen worden aangepast: de beginsnelheid, en de hoekgrenzen.
De beginsnelheid is nu 11.82609558m/s. Dezelfde hoek alpha wordt gebruikt.
De valversnelling g wordt dus onderaan 0, want cos(90°)=0, en g wordt -9.81m/s² als het blokje zich in punt C bevindt, want cos (180°)=-1. Voor de rest worden dezelfde formules gebruikt, want de tekenomslag ligt in de cos(alpha):
v=v0+g*cos(alpha)*t
r=v0*t+g*cos(alpha)*t²/2
Alles ingevuld en gesubstitueerd naar v:
Dezelfde integraal wordt gebruikt, maar de hoekgrenzen worden 90° en 180°, en de snelheidsgrenzen vanaf 11.82609558m/s tot de gevraagde snelheid:
De gevraagde snelheid in punt C blijkt te zijn: 12.92208244m/s
Normaal zou dit terug 10m/s moeten uitkomen...
Ziet iemand m'n fout?
Erg bedankt!
Victor
Een blokje van 2 kg (beschouwd als een puntmassa) hangt aan een touwtje, vastgemaakt aan het plafond. Het blokje wordt vastgehouden in punt A. Dan wordt het blokje afgeschoten met een beginsnelheid van 10m/s. Gevraagd is nu de snelheid in punt C. Hou geen rekening met wrijving. Fysisch gezien is dit heel eenvoudig. Antwoord = 10m/s, behoud van energie. Nu wou ik het eens uitrekenen op een andere manier, zonder formules voor energie-inhoud maar met de formules voor valversnelling. En op punt C aangekomen, heeft het blokje een hogere snelheid dan de beginsnelheid, goed fout dus. M'n werkwijze:
v0= beginsnelheid= 10m/s
r= lengte touwtje= 5m
g= valversnelling= 9.81m/s²
m= massa blokje = 2kg
Vooreest, van het punt A naar B:
Beschouw de val van het blokje als een verticale simpele val, met een aangepaste zwaartekrachtconstante g, die afhankelijk is van de hoek alpha. De aangepaste valversnelling wordt: g*cos(alpha) => in punt a is de valversnelling 9.81m/s², in punt B is deze 0m/s². De aangepaste valvergelijkingen worden:
v=v0+g*cos(alpha)*t
r=v0*t+g*cos(alpha)*t²/2
Uit de 2de vergelijking wordt de positieve tijd gesubstitueerd en in de eerste gestopt:
Als nu alle getallen worden ingevuld bekomt men:
Nu worden beide leden geïntegreerd, om de kwartslag slingerbeweging na te bootsen, het linkerlid van de beginsnelheid tot de gevraagde snelheid, en het rechterlid van 0° tot 90°:
De gevraagde snelheid in punt B blijkt: 11.82609558m/s
Nu, van het punt B naar C: 2 dingen worden aangepast: de beginsnelheid, en de hoekgrenzen.
De beginsnelheid is nu 11.82609558m/s. Dezelfde hoek alpha wordt gebruikt.
De valversnelling g wordt dus onderaan 0, want cos(90°)=0, en g wordt -9.81m/s² als het blokje zich in punt C bevindt, want cos (180°)=-1. Voor de rest worden dezelfde formules gebruikt, want de tekenomslag ligt in de cos(alpha):
v=v0+g*cos(alpha)*t
r=v0*t+g*cos(alpha)*t²/2
Alles ingevuld en gesubstitueerd naar v:
Dezelfde integraal wordt gebruikt, maar de hoekgrenzen worden 90° en 180°, en de snelheidsgrenzen vanaf 11.82609558m/s tot de gevraagde snelheid:
De gevraagde snelheid in punt C blijkt te zijn: 12.92208244m/s
Normaal zou dit terug 10m/s moeten uitkomen...
Ziet iemand m'n fout?
Erg bedankt!
Victor