Een tijdcapsule uit het zonnestelsel Bij onderzoek van een Ryugu-asteroïde-monster, teruggebracht door de Japanse ruimtesonde Hayabusa 2, leek het erop dat wetenschappers een baanbrekende ontdekking hadden gedaan. Wat aanvankelijk leek op bewijs van buitenaards leven, bleek echter een kolonie aardse bacteriën te zijn. De Hayabusa 2 werd in 2014 gelanceerd met als doel materiaal te verzamelen van Ryugu, een koolstofrijke asteroïde op ruim 300 miljoen kilometer afstand. Ryugu wordt gezien als een tijdcapsule, omdat het grotendeels onveranderd is sinds de vorming van het zonnestelsel 4,5 miljard jaar geleden. Dit maakt het een waardevolle bron voor het begrijpen van de omstandigheden tijdens de vroege vorming van planeten. In 2018 arriveerde de sonde bij Ryugu en verzamelde gedurende een jaar verschillende monsters, die in steriele capsules werden opgeslagen. In 2020 leverde Hayabusa 2 ruim vijf gram aan asteroïdemateriaal af op aarde. De monsters werden onder streng gecontroleerde omstandigheden verwerkt: ze werden geopend in een vacuümruimte en opgeslagen in een stikstofkamer om contact met de aardse atmosfeer te vermijden. Hierna werden ze naar verschillende laboratoria wereldwijd gestuurd voor verder onderzoek. Ongelooflijke vondst – of toch niet? In een van deze laboratoria, het Imperial College London, onderzochten wetenschapper Matthew Genge en zijn team het materiaal met röntgenstralen. Aanvankelijk werden er geen sporen van bacteriën gevonden. Pas na verdere analyse met een scanning-elektronenmicroscoop (SEM) ontdekten de onderzoekers filamentachtige structuren – dunne cellulaire vormen die vaak voorkomen bij micro-organismen zoals bacteriën of schimmels. Het idee dat microben op een ruimtemonster werden aangetroffen, leek op het eerste gezicht het ultieme bewijs van buitenaards leven. Toch bleef Genge voorzichtig. Eerdere studies hebben aangetoond dat aardse bacteriën zich eenvoudig kunnen vestigen op organisch buitenaards materiaal. Verdere analyses bevestigden dat de gevonden bacteriën veel overeenkomsten vertoonden met de aardse soort Bacillus. Ze vertoonden typische groei- en sterftepatronen van aardse microben en waren enkel aanwezig aan het oppervlak van het monster, wat erop wijst dat ze niet oorspronkelijk van Ryugu kwamen. Daarnaast bleek dat de structuren pas zichtbaar werden ná een eerdere röntgenscan, wat de kans vergroot dat de besmetting tijdens of na het onderzoek plaatsvond. [caption id="attachment_17446" align="aligncenter" width="300"] Een van de monsters van de Ryugu-asteroïde. Beeld: ISAS, JAXA/Wikimedia Commons.[/caption] Contaminatie: een grote uitdaging De onderzoekers vermoeden dat de bacteriën het monster hebben bereikt tijdens het proces van insluiting in hars, mogelijk door blootstelling in een laboratorium waar ook ander buitenaards materiaal werd verwerkt, zoals meteorieten. Het is bekend dat aardse micro-organismen zich soms aanpassen aan leven op buitenaards gesteente. Zelfs een enkele bacterie of spore kan een steriel ruimtemonster onbruikbaar maken. Deze ontdekking onderstreept de enorme uitdaging van contaminatie bij onderzoek naar buitenaards leven. Een kleine fout kan toekomstige missies – bijvoorbeeld op Mars – verstoren en leiden tot verkeerde conclusies. Toch biedt de vondst ook hoop: het bevestigt dat bacteriën in staat zijn om te overleven in de omstandigheden op andere hemellichamen, mits er een geschikte voedingsbodem aanwezig is. Genge speculeert zelfs dat meteorieten mogelijk een ecosysteem op Mars ondersteunen door organisch materiaal aan te voeren. Hoewel de hoop op een revolutionaire ontdekking deze keer de grond werd ingeboord, biedt het onderzoek waardevolle inzichten voor de toekomst van astrobiologie en ruimteverkenning. Bronmateriaal: Meteoritics and Planetary Science