De ‘toetjesmaag’ als mythe
Wie heeft het niet meegemaakt? Je hebt een uitgebreide maaltijd genoten en bent tot de nok toe gevuld, en toch, wanneer de dessertkaart komt, is er altijd nog een plekje voor die onweerstaanbare chocoladetaart. Velen grapten over een “toetjesmaag”, een mysterieus orgaan dat speciaal gereserveerd lijkt voor zoetigheden. Nu wijst nieuw onderzoek van het Max Planck Instituut uit dat deze “toetjesmaag” misschien wel écht bestaat, zij het niet letterlijk in je buik, maar in je brein.
Het brein als dessertregisseur
Wetenschappers hebben ontdekt dat ons brein een centrale rol speelt bij het reguleren van onze drang naar zoetigheden, zelfs als we vol zitten. Het blijkt dat onze hersenen zich specialiseren in het herkennen en waarderen van calorierijk voedsel. Wanneer we onder onze caloriebehoefte zijn, zenden onze hersenen positieve signalen over de beloning van snoep om ervoor te zorgen dat we niet verhongeren.
Het gedrag dat de consumptie van desserts aanmoedigt, zou daarom oorspronkelijk een evolutionair voordeel hebben geboden.
Dr. Fenselau van het onderzoeksteam.
Evolutie en zoete prikkels
De oorsprong van ons verlangen naar toetjes kan teruggevoerd worden naar onze evolutionaire geschiedenis. Ooit was het vinden van voedsel een uitdaging en waren calorieën essentieel voor overleving. Daarom ontwikkelde ons lichaam een manier om hoge-caloriebronnen als een topprioriteit te zien. Onze voorouders hadden baat bij het opslaan van energie om te overleven in tijden van voedselschaarste. Het moderne probleem is dat deze evolutionaire mechanismen nog steeds functioneren, zelfs nu calorieën in overvloed zijn.
De rol van beloningssystemen
Onze hersenen zijn uitgerust met complexe beloningssystemen die getriggerd worden door suiker- en vetrijke voedingsmiddelen. Het genot dat we ervaren wanneer we een dessert eten, komt voort uit de afgifte van dopamine, een neurotransmitter die ons een gevoel van tevredenheid en plezier geeft. Deze systemen in ons brein zorgen ervoor dat we vaak moeilijk kunnen weerstaan aan dat extra stuk taart, zelfs na een goedgevulde maaltijd.
Onderzoeksmethoden en bevindingen
Het onderzoeksteam maakte gebruik van geavanceerde beeldvormingsmethoden om de activiteit in specifieke hersengebieden te monitoren bij deelnemers die aan voedsel waren blootgesteld. Wat opviel, was de verhoogde activiteit in de delen van de hersenen die gerelateerd zijn aan motivatie en beloning. Dit toont aan dat zelfs wanneer ons lichaam fysiek vol is, onze hersenen ons aanmoedigen om door te gaan met eten wanneer calorierijke voedselopties beschikbaar zijn.
Waarom we soms niet kunnen weerstaan
Dit alles verklaart waarom sommige mensen toch moeilijkheden ondervinden bij het weerstaan van een toetje, zelfs als ze fysiek vol zitten. Het is geen gebrek aan wilskracht; eerder een complex samenspel van biologische mechanismen die ons verleiden tot dat zoete genoegen. Begrip hiervan kan ons helpen om bewustere keuzes te maken en de invloed van onze hersenen te herkennen in ons eetgedrag.
Bron: Max Planck Institute