Zonnestorm bij Uranus
Onderzoekers ontdekten dat kort voor het bezoek van Voyager een sterke zonnestorm het magnetisch veld van Uranus samenperste, wat resulteerde in unieke omstandigheden die slechts vier procent van de tijd voorkomen. Op 24 januari 1986, na een reis van ruim acht en een half jaar met een snelheid van 48.000 kilometer per uur, kwam Voyager 2 aan bij Uranus. Deze bijzondere ontmoeting leverde veel nieuwe kennis op over de mysterieuze, ijzige planeet, hoewel de zeldzame omstandigheden ons beeld mogelijk vertekend hebben.
Unieke ontdekkingen
Voyager 2’s bezoek aan Uranus was het eerste – en tot nu toe enige – moment waarop we de zijwaarts draaiende planeet van dichtbij onderzochten. Naast het identificeren van nieuwe manen en ringen, zagen wetenschappers verrassende verschijnselen rondom Uranus. Zo gedroegen geladen deeltjes zich anders dan verwacht, wat Uranus de reputatie van “vreemde eend” in ons zonnestelsel opleverde.
De magnetosfeer van Uranus
De magnetosfeer, het gebied rondom de planeet dat wordt gedomineerd door het magnetisch veld, is essentieel voor de bescherming tegen zonnewinden. Onderzoekers waren gefascineerd door de unieke magnetosfeer van Uranus, maar wat Voyager 2 ontdekte, riep vragen op. Ze detecteerden intense elektronenbanden, zonder duidelijke bron van actieve deeltjes, en vrijwel geen plasma, hoewel verwacht werd dat de grote manen waterionen zouden afgeven zoals bij andere planeten. Deze bevindingen leidden tot de conclusie dat de manen van Uranus waarschijnlijk inactief zijn.
Een zeldzaam moment
Recente heranalyses van de Voyager 2-gegevens onthulden dat de ruimtesonde Uranus ontmoette kort na een hevige zonnestorm, wat een unieke situatie creëerde. Door deze krachtige zonnestorm werd de magnetosfeer samengedrukt tot een vijfde van zijn normale omvang, waardoor het gebied grotendeels vrij was van plasma maar wel intense elektronenstralen bevatte. De onderzoekers vermoeden dat we hierdoor een zeldzame momentopname hebben gezien van Uranus in een ongewone staat.
Vergelijking met andere planeten
De onderzoekers benadrukken dat, als Voyager 2 slechts enkele dagen eerder Uranus had bereikt, het waarschijnlijk een “normale” magnetosfeer had waargenomen. Hoewel dit inzicht wellicht ons begrip van Uranus kan vertekenen, ziet onderzoeker Jamie Jasinski dit als een unieke kans:
De gegevens van deze flyby bieden een uitzonderlijk inkijkje in een dynamisch moment in het Uranus-systeem, ondanks de vele nieuwe vragen die ze oproepen.
Onderzoeker Jamie Jasinski
Blijvende mysteries en toekomstperspectieven
De ontdekkingen hebben geleid tot vragen over mogelijke geologische activiteit op de manen van Uranus en over de samenstelling van de planeet zelf. Uranus straalt bijvoorbeeld veel minder restwarmte uit dan Neptunus en heeft dichte, smalle ringen die zich niet verspreiden zoals die van Saturnus. Een nieuwe missie, waarin een orbiter jarenlang metingen kan verrichten, zou meer licht kunnen werpen op deze mysteries. Jasinski pleit voor een toekomstige missie die Uranus langdurig bestudeert, zodat we een vollediger beeld krijgen van deze nog steeds raadselachtige planeet.
Bronmateriaal: Jet Propulsion Laboratory NASA