Er zijn 3 personen in de kamer en elk van hen denkt aan een natuurlijk getal van 1 tot 10. Wat is de kans dat minstens 2 personen aan hetzelfde getal denken?
Hoe los ik dit juist op? IK dacht eraan om de kans van 2 dezelfde op te tellen met de kans op 3 dezelfde dus 1/100+1/1000= 11/1000
De juist oplossing moet 7/25 zijn, kan iemand me helpen?
Het totaal aantal mogelijkheden is gelijk aan 1000.
Het aantal mogelijkheden dat drie personen aan hetzelfde getal denken is 1/1000 * 10 mogelijke getallen = 10/1000.
Het aantal mogelijkheden dat twee personen aan hetzelfde getal denken ligt wat ingewikkelder. Ik probeer het uit te leggen aan de hand van deze reeks:
Voor het getal 1 zijn er 9 mogelijkheden. 1 1 1 is al meegenomen in de kans dat drie personen aan hetzelfde getal denken. Voor 10 getallen zijn er dus 9 * 10 = 90 mogelijkheden. In dit geval denken persoon 1 en 2 aan hetzelfde getal, maar natuurlijk mogen ook persoon 2 en 3, of persoon 1 en 3 aan hetzelfde getal denken. Dat geeft een totaal aantal mogelijkheden van 3 * 90 = 270 mogelijkheden.
P (minstens twee personen denken aan hetzelfde getal) = (270 + 10) / 1000 = 7 / 25
Ter info: als je de kans uitrekent dat iedereen aan een ander getal denkt dan kun je het antwoord simpel vinden door je te realiseren dat "de kans dat minstens 2 personen aan hetzelfde getal denken" gelijk is aan "de kans dat niet iedereen aan een ander getal denkt".
EvilBro schreef:
Ter info: als je de kans uitrekent dat iedereen aan een ander getal denkt dan kun je het antwoord simpel vinden door je te realiseren dat "de kans dat minstens 2 personen aan hetzelfde getal denken" gelijk is aan "de kans dat niet iedereen aan een ander getal denkt".