Heb de laatste tijd zitten piekeren over onderzeeers, met name de theorie achter het duiken/opstijgen.
Basisprincipe is een verandering van dichtheid van de onderzeeer.
het is me duidelkijk dat als je een onderzeeer weegt voor en nadat deze duikt naar kruishoogte onder water (als de dichtheid ongeveer gelijk is aan die van het omringende water) dat deze zwaarder is geworden. Het is dan ook eenvoudig om te zegen dat het een verandering van massa (in de balasttanks) is die verantwoordelijk is voor de veranderende dichtheid.
Maar, er is altijd een maar natuurlijk.
Als je uitgaat van een vereenvoudigde onderzeeer dan is het volgens mij een verandering van volume die de hoofdrol speelt in de verandering van dichtheid.
Je kan wel een 'funktionele' onderzeeer bouwen die gebaseerd is op een variabel volume; je kan hem bijvoorbeeld bouwen met flexibele wanden of met een telescopische romp. Door een verandering van volume ten opzichte van de vaste massa van de onderzeeer kan de dichtheid aangepast worden aan de eisen voor het duiken, opsteigen of op kruishoogte zweven.
Je kan ook een onderzeeer bouwen met een vast volume en variabele balasttanks die meer of minder water kunnen bevatten. Die kan je natuurlijk makkelijk loodzwaar maken (toename van massa). Maar je moet nagenoeg oneindig veel water in je balasttanks hebben om de onderzeer de dichtheid van water te laten benaderen, laat staan om een paniekduik door te voeren. De toegenomen massa van het water wordt namelijk gecompenseerd door een lineaire toename van het volume van de belasttanks.
Het gaat me een eerste plaats om de basis, ik snap dat om reden van praktisch nut (o.a. diep kunnen duiken) een onderzeeer ingewikkelder is. Maar zie ik iets over het hoofd of kan je met dit uitgangspunt stellen dat een veranderend volume aan de basis staat van de werking van een onderzeeer
En nog een klein disclaimertje. Ik woon al jaren in het buitenland en moet spitten een middelbareschoolkennis van enige decennia geleden dus als ik wat verkeerde thermen gebruik, corrigeer die graag.