Op het moment dat een maatschappelijk (sociaal, medisch, etnisch, economisch, etc) onderwerp wordt gepolitiseert zorgt dit voor politieke strijd (in de politieke arena, de Tweede Kamer) om tot een oplossing te komen.
Een oplossing waar de kiezer of burger geen invloed op heeft (en waar vele burgers meestal een nadeel aan hebben, een ook vaak een grote groep treft, rokers, automobilisten, patienten, huurders, chauffeurs, arbeiders, etc), en dus meteen weer zorgt voor strijd in de zowel de burger als kiezer.
Hierdoor is het aantal kiezers (strijders) over een eeuw politiek steeds meer toegenomenen, en de politieke strijd nog nooit zo hevig geweest als vandaag de dag. Betekent meer burgers dan ooit politiek en sociaal in beweging, of in het geval Egypte en de Oekraine revolutionaire bewegingen via revolts en betogingen.
Conclusie: politisering leidt dus vooral tot politieke strijd, dus organisatie van burgers achter de partijen (tot bewegingen), of als een politieke strijd ten einde komt op een dag kan uitmonden op revolts (doen hetzelfde, organisatie burgers, die zich aansluiten bij een revolutionaire beweging), of zelfs een revolutie door/in een bevolking.
In de Oekraine zag je dat een politieke strijd uitmonde in revolts, die later weer tot verdere politieke strijd leidde. Dit laat ook zien dat een politieke strijd fundamenteel niet veel anders is dan een strijd via revolts, in Egypte drie stuks op voornamelijk het Tahrirplein, ook daar gaat het weer politiek verder (zeer hoge opkomst na een periode van chaos en revolts), de echte lange termijn oplossingen en vooruitgang lijkt maar nooit echt van de grond te komen.